4.1 Pomp reinigen:
GEVAAR!
Lichamelijk letsel!
Verwondingsgevaar en risico op beschadiging van het product.
v Reinig het product niet met water of een waterstraal (in het bijzon-
der niet onder hoge druk).
v Reinig niet met chemicaliën inclusief benzine of oplosmiddelen.
Sommige stoffen kunnen belangrijke kunststof onderdelen bescha-
digen.
v Reinig de behuizing van de pomp met een vochtige doek.
4.2 Pomp doorspoelen:
Na het pompen van chloorhoudend water moet de pomp worden door-
gespoeld.
1. Pomp lauwwarm water (max. 35 °C) evt. met toevoeging van een mild
reinigingsmiddel (bijv. afwasmiddel), tot het gepompte water helder is.
2. Voer de restanten af volgens de lokaal geldige richtlijn betreffende afval-
verwijdering.
5. OPBERGEN
5.1 Buitenbedrijfstelling [ afb. S1 ]:
LET OP!
Beschadiging van de pomp door vorst!
v Berg de pomp op een vorstbestendige plaats op.
Het product moet voor kinderen ontoegankelijk worden bewaard.
1. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
2. Sluit eventueel aanwezige afsluitventielen in de aanzuigleiding.
3. Open eventueel aanwezige afsluitventielen in de drukleiding (aansluit-
apparaten, waterstop, enz.).
Zo wordt de drukzijde drukloos.
4. Draai de schroefverbinding
aftapschroef
(8)
met de hand los.
Zo wordt de pomp leeggemaakt.
5. Zet de pomp schuin in de richting van de afvoer (ca. 80°) zodat de
pomp volledig leegloopt.
6. Draai de aanzuigslang en de drukslang van de pomp af.
7. Draai de schroefverbinding
aftapschroef
(8)
met de hand vast (gebruik geen tang).
8. Reinig de pomp (zie 4. ONDERHOUD).
9. Berg de pomp op een droge, dichte en vorstbestendige plaats op.
6. STORINGEN VERHELPEN
GEVAAR!
Lichamelijk letsel!
Letselgevaar door onopzettelijk starten.
v Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
6.1 Loopwiel losmaken [ afb. T1 / T2 ]:
Een door vuil geblokkeerd loopwiel kan worden losgemaakt.
1. Alleen voor art. 9058 / 9059:
Trek de vuilafdekking
(d)
van de bodemvochtigheidssensor af of koppel
de aangesloten bodemvochtigheidssensor los.
ß
2. Draai de 6 schroeven
,
9a
3. Trek de beide schalen
(10)
4. Trek de rubberen stop
(11)
5. Draai de as van het loopwiel
met de wijzers van de klok mee.
Zo wordt het geblokkeerde loopwiel losgemaakt.
22
9057-20.960.03.indd 22
9057-20.960.03.indd 22
(5)
op de vulopening
(6)
en de water-
(5)
(6)
op de vulopening
en de water-
ß
ß
en
eruit.
9b
9c
eraf.
van de as van het loopwiel
(12)
.
(12)
met een geïsoleerde schroevendraaier
(11)
6. Monteer de rubberen stop
en de beide schalen
keerde volgorde.
Let er hierbij op dat de schroeven
aan de juiste schroefgaten worden toegewezen.
7. Alleen voor art. 9058 / 9059:
(d)
van de bodemvochtigheidssensor weer in of
Steek de vuilafdekking
koppel de bodemvochtigheidssensor weer aan.
6.2 Filter reinigen [ afb. T3 ]:
Wanneer de pomp niet start of tijdens het gebruik plotseling stil blijft staan,
zou dit aan een verstopt filter kunnen liggen.
1. Sluit alle aanwezige afsluitventielen aan aanzuigzijde.
2. Open eventueel aanwezige afsluitventielen in de drukleiding (aansluit-
apparaten, waterstop, enz.).
Zo wordt de drukzijde drukloos.
3. Draai de schroefverbinding
(5)
op de vulopening
4. Trek het filter
(13)
verticaal uit de vulopening
5. Houd de beker
(14)
vast en draai het filter
in uit de beker
(14)
(bajonetsluiting).
6. Reinig de beker
(14)
onder stromend water.
7. Reinig het filter
(13)
bijv. met een zachte borstel.
(13)
8. Monteer het filter
weer in omgekeerde volgorde.
6.3 Alleen voor art. 9058 / 9059:
Doorstroomsensor reinigen [ afb. T1 / T4 ]:
1. Alleen voor art. 9058 / 9059:
Trek de vuilafdekking
(d)
van de bodemvochtigheidssensor af of
koppel de aangesloten bodemvochtigheidssensor los.
ß
ß
2. Draai de 6 schroeven
,
en
9a
9b
3. Trek de beide schalen
(10)
eraf.
4. Draai de dop
(15)
er met een inbussleutel (wijdte 10) tegen de wijzers
van de klok in uit.
5. Trek de doorstroomsensor
(16)
uit de sensoropening
6. Reinig de doorstroomsensor
(16)
7. Reinig de sensoropening
ß
met een vochtige doek (zonder reinigings-
z
middel).
8. Controleer de beweeglijkheid van de doorstroomsensor
9. Monteer de doorstroomsensor
10. Monteer de beide schalen
(10)
weer in omgekeerde volgorde.
11. Alleen voor art. 9058 / 9059:
Steek de vuilafdekking
(d)
van de bodemvochtigheidssensor weer in of
koppel de bodemvochtigheidssensor weer aan.
6.4 Storingen-tabel:
Voor art. 9058 / 9059: zie aanvullend de uitleg van het display in de
Bluetooth
-display gebruiksaanwijzing.
®
Probleem
Mogelijke oorzaak
Pomp loopt maar zuigt
Lekke resp. defecte aanzuig
niet aan
leiding [ afb. A2 ].
Pomp zuigt op een verbindings
punt lucht aan [ afb. A2 ].
Geen water in de regenput,
het waterreservoir of de
waterleiding enz. aanwezig.
Pomp werd niet gevuld met
water [ afb. A4 ].
Water ontsnapt bij het aan
zuigen via de drukslang.
Een absoluut luchtdichte verbinding word verkregen met de
GARDENA aanzuigslangen (zie 8. TOEBEHOREN / ONDERDELEN).
Schroefverbinding op de
vulopening is lek [ afb. A2 ].
(10)
weer in omge-
ß
ß
ß
,
en
al naargelang lengte
9a
9b
9c
(6)
met de hand los.
(6)
.
(13)
tegen de wijzers van de klok
ß
eruit (zie 6.1 Loopwiel losmaken).
9c
ß
.
z
onder stromend water.
(16)
.
(16)
weer in omgekeerde volgorde.
Oplossing
v Controleer of de aanzuig
leiding beschadigd is en
dicht deze luchtdicht af.
v Dicht de verbindingen aan
aanzuigzijde luchtdicht af.
v Zorg dat er water aan
aanzuigzijde kan worden
toegevoerd.
v Vul de pomp
(zie 3.1.3 Pomp in gebruik
nemen).
1. Vul de pomp opnieuw.
2. Houd de drukslang omhoog.
3. Start de pomp opnieuw
(zie 3.1.3 Pomp in gebruik
nemen).
v Controleer de afdichting
(evt. vervangen) en draai
de schroefverbinding met
de hand stevig vast (gebruik
geen tang).
28.04.23 12:40
28.04.23 12:40