Hel de machine naar de zijkant, en verzeker
u van de stabiliteit van de machine alvorens
eender welke ingreep uit te voeren.
In geval van zijdelingse aflaat: verwijder de
aflaatdeflector (indien deze gemonteerd is - par. 6.1.2d.).
De verf aan de binnenkant van het chassis kan
mettertijd loskomen tengevolge van de abrasieve
actie van het gemaaide gras; in dit geval moet
men onmiddellijk de verflaag bijwerken met een
antiroestverf, om de vorming van roest te voorkomen,
die tot corrosie van het metaal zou kunnen leiden.
7.3.3
Reiniging van de zak
1. Ledig de opvangzak.
2.
Schud de zak om hem schoon te ma-
ken van grasresten en aarde.
3.
Reinig hem, spoel hem uit en leg hem op
een plaats waar hij snel op kan drogen.
7.4
MOEREN EN SCHROEVEN
VOOR BEVESTIGING
Houd de schroeven en moeren goed vastgedraaid, om
er zeker van te zijn dat de machine altijd veilig werkt.
7.5
REINIGING VAN DE LUCHTFILTER
Het filterelement moet altijd goed schoon
gehouden worden en moet vervangen
worden indien kapot of beschadigd.
Ga als volgt te werk:
1.
Reinig de zone rond het rooster van de luchtfilter.
2.
Verwijder het rooster (afb.32.A) door de
schroef (afb.32.B) los te draaien.
3.
Verwijder het filterelement (afb.33.A).
4.
Blaas op de filter om stof en afval te
verwijderen. Indien er vuil aanwezig blijft,
moet men de filter (afb.33.A) met water
reinigen en met een schone doek afdrogen.
BELANGRIJK Gebruik geen benzine,
reinigingsproducten of ander voor de reiniging van de filter.
Reinig de huizing van de filter aan de
5.
buitenkant, en verwijder stof, afval en vuil.
6.
Plaats het filterelement (afb.33.A) in zijn huizing (na
u ervan verzekerd te hebben dat dit goed droog is).
7.
Hermonteer het rooster (afb.32.A) en
draai de schroef (afb.32.B) vast.
7.6
AFSTELLING VAN DE AANDRIJVING
(ENKEL VOOR DE SERIES CR/
CS MET STEEL TYPE "I")
De juiste spanning van de riem wordt geregeld
met behulp van de moer (afb.34.A), tot de
aangewezen waarde verkregen wordt (6 mm).
8.
BUITENGEWOON ONDERHOUD
Vooraleer eender welke controle, reiniging of
ingreep voor onderhoud/afstelling op de machine uit te
voeren:
• Zet de machine stil.
• Verwijder de contactsleutel (laat de sleutel nooit
op de machine zitten, of laat deze niet binnen het
bereik van kinderen of niet geschikte personen).
• Verzeker u ervan dat alle bewegende
delen volledig stilstaan.
• Laat de motor eerst afkoelen vóór de machine
in elke willekeurige ruimte op te bergen.
• Lees de desbetreffende instructies.
• Draag geschikte kledij, werkhandschoenen
en een beschermende bril.
8.1
SNIJ-INRICHTING
Een botte snij-inrichting rukt het gras uit een
veroorzaakt de vergeling van het gazon.
Raak de snij-inrichting niet aan totdat de sleutel
verwijderd is en de snij-inrichting volledig stilstaat.
Alle handelingen die betrekking hebben op de
snij-inrichtingen (demontage, slijpen, in balans bren-
gen, herstelling, hermontage en/of vervanging) vergen
een specifieke vaardigheid en het gebruik van geschikt
gereedschap; uit veiligheidsoverwegingen moeten deze
handelingen daarom steeds uitgevoerd worden in een
Gespecialiseerd Centrum.
Laat de beschadigde, geplooide of versleten snij-
inrichtingen steeds als geheel vervangen, samen met
de schroeven, om de balans te behouden.
BELANGRIJK Gebruik steeds originele
snij-inrichtingen, met de code aangegeven
in de tabel "Technische Gegevens".
Gezien de ontwikkeling van het product, kunnen
de snij-inrichtingen aangegeven in de "Technische
Gegevens" in de loop van de tijd vervangen worden
door andere, met soortgelijke eigenschappen voor wat
betreft verwisselbaarheid en functionele veiligheid.
9.
STALLING
9.1
STALLING VAN DE MACHINE
Wanneer de machine gestald moet worden:
1. Laat de motor afkoelen.
2.
Verwijder de contactsleutel.
3.
Reinig de machine (par. 7.3).
4.
Controleer of er geen onderdelen los of beschadigd
zijn. Vervang, indien nodig, de beschadigde on-
derdelen en klem eventueel schroeven en moeren
NL - 12