NEDERLANDS
De zone rond de cirkelzaag moet
•
vrij zijn van hindernissen of struikel-
blokken.
Zorg voor voldoende plaats rond de
•
machine voor het hanteren van gro-
te werkstukken.
Voor een stevige stand kan de machine
aan de bodem vastgeschroefd worden:
1. Plaats de gemonteerde machine op
de gewenste standplaats en mar-
keer de boorgaten.
2. Zet de machine opzij en boor de ga-
ten in de bodem.
3. Richt de machine uit boven de bo-
ringen en schroef ze vast aan de
bodem.
A
Gevaar door zaagsel!
Sluit altijd een afzuiginrichting aan
op de zaag als deze in gesloten
ruimten wordt gebruikt.
6.2
Tafelverlengstukken
3
Opmerking:
De steunen van het tafelverlengstuk
moeten vastgeschroefd worden aan de
zaagtafel.
Tafelverlengstuk vastschroeven
1. Steek de afgeschuinde uiteinden
van de steunen in de gleuven van
de dwarsbalken aan de achterkant
van de zaag en schuif deze naar
buiten.
2. Schroef de steun telkens met een
zeskantschroef (48) en een zes-
kantmoer (47) zoals afgebeeld vast
aan de steun.
48
Schroefverbindingen vasttrekken
Controleer de schroefverbindingen van
het apparaat. Trek de schroefverbindin-
gen met geschikt gereedschap hand-
vast aan.
24
Let bij het aantrekken van de schroe-
ven op de volgende punten:
– Het apparaat moet na het vasttrek-
ken van de schroeven veilig en hori-
zontaal staan.
Tafelverlengstuk uitrichten
– De oppervlakken van het tafelver-
lengstuk en de zaagtafelplaat moe-
ten één vlak vormen.
Tafelverlengstuk wegklappen
1. Maak de zeskantschroeven (48)
aan beide uiteinden van de steun
los en trek deze eruit. Bewaar de
schroeven en moeren.
2. Schuif de onderste uiteinden van de
steunen naar binnen.
3. Haak de steunen naar boven uit en
klap het tafelverlengstuk zoals afge-
beeld voorzichtig weg. Leg de steu-
nen van het tafelverlengstuk op de
onderste dwarsbalken van de zaag-
tafel.
6.3
Netaansluiting
Netsnoer:
– Het snoer moet zo gelegd worden
dat de zaagwerkzaamheden niet
bemoeilijkt worden, en dat het snoer
niet kan worden beschadigd.
– Het snoer moet beschermd worden
tegen hitte en bijtende scheikundige
vloeistoffen. Zorg dat het snoer niet
beschadigd kan worden door scher-
47
pe voorwerpen.
– Het apparaat met behulp van een
geschikte stekkerverbinding aanslui-
ten op het stroomnet.
– Gebruik als verlengkabel alleen ka-
bels met rubbermantel en voldoen-
de grote diameter (zie "Technische
gegevens").
– Trek de stekker niet aan het snoer
uit het stopcontact.
B
Elektrische spanning!
Gebruik de zaag alleen in een droge
omgeving.
De zaag mag uitsluitend aangesloten
worden op een stopcontact dat aan
de hierna volgende voorwaarden
voldoet (zie ook "Technische gege-
vens"):
– De stopcontacten moeten regle-
mentair geïnstalleerd zijn en een
goedgekeurde aarding hebben.
– Bij driefasewisselstroom contactdo-
zen met nulleider.
– Netspanning en -frequentie moeten
overeenstemmen met de waarden
op het typeplaatje van de machine.
– Bescherming tegen stroomslag door
een FI-schakelaar met een
foutstroom van 30 mA.
– Bescherming tegen kortsluiting door
netbescherming (kortsluitingsbe-
scherming) met maximaal 16 A.
– De stroomstekker uit het stopcontact
trekken om het apparaat te scheiden
van het stroomnet.
3
Opmerking:
Neem contact op met uw energiebedrijf
of uw elektrotechnicus als u niet zeker
bent of uw huisaansluiting aan deze
voorwaarden voldoet.
3
Opmerking:
Wegens de hoge aanloopstroom van
de motor bij het inschakelen, kunnen er
spanningsschommelingen optreden in
het stroomnet, die bijv. herkenbaar zijn
aan knipperende verlichting. In dit geval
heeft het aansluitpunt een hogere ne-
timpedantie dan de aanbevolen maxi-
mumwaarde (zie Technische gege-
vens).
Wendt u zich in dit geval tot uw ener-
giebedrijf of uw elektrotechnicus om het
aansluitpunt te laten controleren.
A
Draairichtingswissel!
Afhankelijk van de aansluiting van
de fasen kan het gebeuren dat de
motor in de verkeerde richting
draait. Dit kan tot gevolg hebben dat