Veiligheidskennisgeving
176
Belangrijke instructies vóór gebruik
1. Verwar zelfcontrole niet met zelfdiagnose. Bloeddrukmetingen mogen
alleen worden geïnterpreteerd door een gezondheidswerker die op de
hoogte is van uw medische voorgeschiedenis.
2. Neem contact op met uw arts als de meetresultaten regelmatig abnormale
waarden aanwijzen.
3. Raadpleeg bij gebruik van geneesmiddelen uw arts om te bepalen wat het
meest geschikte moment is om uw bloeddruk te meten. Verander NOOIT
een voorgeschreven geneesmiddel zonder eerst uw arts te raadplegen.
4. Personen met ernstige bloedsomloopproblemen kunnen ongemak onder-
vinden. Raadpleeg uw arts vóór gebruik.
5. Bij personen met een onregelmatige of onstabiele bloedsomloop als gevolg
van diabetes, leverziekte, arteriosclerose of andere medische aandoeningen
kunnen er variaties zijn in de bloeddrukwaarden die worden gemeten op
de pols versus op de bovenarm. Het is niettemin nuttig en belangrijk om de
trends in uw bloeddruk, gemeten op de arm of op de pols, te controleren.
6. Mensen die lijden aan vaatvernauwing, leveraandoeningen of diabetes,
mensen met een pacemaker of een zwakke polsslag en zwangere vrouwen
moeten hun arts raadplegen voordat ze zelf hun bloeddruk meten. Er kun-
nen verschillende waarden worden verkregen als gevolg van hun aandoe-
ning.
7. Mensen die lijden aan hartritmestoornissen zoals atriale of ventriculaire pre-
mature hartslagen of voorkamerfibrillatie, gebruiken deze bloeddrukmeter
alleen in overleg met hun arts. In bepaalde gevallen kan de oscillometrische
meetmethode onjuiste waarden opleveren.
8. Te frequente metingen kunnen leiden tot letsels bij de patiënt als gevolg
van verstoring van de bloedstroom.
9. De manchet mag niet over een wond worden aangebracht, omdat dit ver-
dere letsels kan veroorzaken.
10. Bevestig de manchet NIET op een arm die wordt gebruikt voor IV-infusies
of een andere intravasculaire toegang, therapie of een arterioveneuze shunt
(AV-shunt). Het opblazen van de manchet kan de bloedstroom tijdelijk blok-
keren, wat schadelijk kan zijn voor de patiënt.
11. De manchet mag niet op de arm aan de zijde van een mastectomie worden
geplaatst. Gebruik bij een dubbele mastectomie de zijde van de minst
dominante arm.
12. Als de manchet onder druk wordt gezet, kan dit tijdelijk leiden tot functie-
verlies van gelijktijdig gebruikte controleapparatuur op dezelfde arm.
13. Een samengedrukte of geknikte verbindingsslang kan een continue man-
chetdruk veroorzaken, die resulteert in een verstoring van de bloedstroom
en een mogelijk schadelijk letsel voor de patiënt.
14. Ga na of de werking van het apparaat niet resulteert in een langdurige
aantasting van de bloedsomloop van de patiënt.
15. Het product is alleen ontworpen voor het beoogde gebruik. Gebruik het op
geen enkele manier verkeerd.
www.spengler.fr