Bewerking van verschillende
materialen
Hout
De juiste keuze van het zaagblad is afhan-
kelijk van de houtsoort en houtkwaliteit en
van de vraag of er in de lengte van of dwars
op de houtnerf gezaagd wordt.
Zaagsel van beuke- en eikehout is bijzon-
der gevaarlijk voor de gezondheid. Werk
daarom uitsluitend met stofafzuiging.
Kunststoffen
Bij het zagen van kunststof, in het bijzonder
van p.v.c., ontstaan lange, spiraalvormige
spanen, die elektrostatisch geladen kun-
nen zijn.
Daardoor kan de spaanuitwerpopening ver-
stopt raken en de pendelbeschermkap [1-8]
gaan klemmen. Bij voorkeur de stofafzui-
ging gebruiken.
Machine ingeschakeld naar het werkstuk
bewegen en voorzichtig aanzagen. Vlot en
zonder onderbreking verder zagen, de zaag-
tanden gaan dan niet zo snel vastzitten.
Non-ferro metalen
Gebruik uitsluitend een geschikt, scherp
zaagblad. Dat waarborgt een schone zaag-
snede en voorkomt het vastklemmen van
het zaagblad.
Machine ingeschakeld naar het werkstuk
bewegen, voorzichtig aanzagen en met
geringe voorwaartse beweging en zonder
onderbreking zagen.
Bij profi elen altijd aan de smalle zijde met
zagen beginnen, bij U-profi elen nooit aan
de open zijde beginnen.
Lange profi elen ondersteunen, omdat an-
ders bij het vallen van het afgezaagde stuk
het zaagblad gaat klemmen en de machine
omhoog kan slaan.
Minerale werkmaterialen
(licht bouwmateriaal)
► Uitsluitend droog zagen is toegestaan.
► Stofafzuiging gebruiken. De zuiger moet
geschikt zijn voor steenstof.
9
Gebruik van toebehoren
De machine beschikt aan de onderzijde van
de voetplaat over een lengtegroef voor de
opname van een geleiderail. Daarmee kun-
nen grote afmetingen eenvoudig en nauw-
keurig op maat worden gezaagd.
54
PROTOOL-geleidingssysteem
Voor eenvoudig en veilig werken bij het op
maat zagen van grote werkstukken en nauw-
keurig haaks zagen wordt het gebruik van het
geleidingssysteem GRP 800/1400/3000-2
geadviseerd.
Daarmee is zuiver zagen mogelijk door
een nauwkeurige geleiding van de machine
langs de afgetekende rand. Dankzij de hard
geëloxeerde geleiderail kan de machine
bovendien gemakkelijker glijden, wordt de
vereiste duwkracht verminderd en de ar-
beidsprogressie verbeterd.
De zijspeling van de zaagslee op de rail
kan m.b.v. de begrenzingwieltjes worden
ingesteld [6-1].
Geleiderail monteren
(GRP 800/1400/3000-2)
De montage van de geleiderail [7-1] ge-
beurt met behulp van speciale lijmklem-
men CL-GRP 300 [7-2] die in de daarvoor
voorziene opnamegeleidingen moeten wor-
den geschoven (afbeelding [7a]). Daardoor
wordt een stevige bevestiging mogelijk, ook
bij oneffen oppervlakken. De aan de on-
derzijde van de geleidingsrail aangebrachte
antisliplaag zorgt ook voor een goede aan-
sluiting en voorkomt krassen op gevoelige
materiaaloppervlakken.
Verbindingsstuk monteren (CN-GRP)
Afhankelijk van de toepassing en grootte
van het werkstuk kunnen een aantal gelei-
derails met gebruikmaking van het verbin-
dingsstuk [7-4] aan elkaar worden gevoegd
(afbeelding [7c]). Voor een vaste verbin-
ding van een aantal geleidingsrails kunnen
de verbindingsstukken met schroeven aan
de desbetreffende schroefdraadboorgaten
worden gefi xeerd.
Hoekeenheid monteren (GRP-AG-2)
Dankzij de combinatie van geleidingsrail en
traploos instelbare hoekeenheid [7-3] kan
nauwkeurig haakse op maat worden ge-
zaagd, bijvoorbeeld voor inpaswerkzaam-
heden. De hoekeenheid moet worden ge-
monteerd volgens afbeelding [7b]. Op de
schaalverdeling kan de gewenste snijhoek
worden ingesteld.
► Bij het zagen met het PROTOOL-gelei-
dingssysteem GRP moet bij de vereiste
zaagdiepte altijd 4,5 mm worden opge-
teld.