3.2 Ingietplaat positioneren
INFORMATIE
Let bij het gipsen op dat u de voorste gipswig zo plaatst dat deze 5° naar buiten is gericht.
De onderkant van de ingietplaat mag niet worden ingekort of uitgebogen.
Zo nodig kan de voorkant van de ingietplaat in de lengte gedeeltelijk worden ingekort en kunnen de hoeken
worden afgerond. Daarbij moet er voldoende materiaal overblijven voor de latere montage van het aansluitsys
teem. Wanneer de voorkant van de ingietplaat te veel wordt verkleind, kan dat een negatief effect hebben op
de latere laminaatverbinding met de bekkenkorf.
Ga als volgt te werk om de bekkenkorf/ingietplaat uit te richten:
1. Voorbereiding: richt eerst de onderkant van de ingietplaat horizontaal uit (sagittaal en frontaal).
2. Positionering in het sagittale vlak (afb. 1): positioneer de bekkenkorf aan de hand van de gevonden bek
kenkorfreferentielijn zo ver mogelijk naar voren boven de ingietplaat. Daarbij moet de gevonden bekkenkorf
referentielijn loodrecht staan op de horizontaal uitgerichte onderkant van de ingietplaat.
3. Positionering in het frontale vlak (afb. 2): richt de bekkenkorf uit op basis van de gemeten bekkenhoek. Breng
de mediolaterale maat y tussen het midden van het lichaam en de contralaterale buitenkant voor de helft (y/2)
over op de bekkenkorfzijde en markeer deze maat met een verticale lijn. Het midden van de voorkant van de
ingietplaat moet zich op dezelfde plaats bevinden als deze verticale lijn.
4. Positionering in het transversale vlak: richt de bekkenkorf in de looprichting uit op basis van de gevonden
bekkenrotatiestand. Daarbij moet de voorkant van de ingietplaat ca. 5° naar buiten worden gericht.
Helix
bekkenkorf
referentielijn
neutrale
stand
1
midden van het lichaam (navel)
y
y/2
opbouw
referentielijn
2
Ottobock | 143