Sunrise Medical BREEZY RELAX Manual De Usario página 66

Transport
De rugleuning kan naar voren wor-
den geklapt voor transport.
Verwijder eerst de veiligheidsspalk.
Bevestig de rugleuning zodat deze
niet per ongeluk kan vallen en trek
aan de vrijmaakknop (1). Vouw ver-
volgens de rugleuning naar voren.
WAARSCHUWING:
Gevaar op letsel – de rugleuning
moet worden bevestigd/vastgehouden voordat
deze wordt vrijgemaakt.
Om de rugleuning weer rechtop te krijgen moet u de
rugleuning terugvouwen en de beugel aanbrengen.
WAARSCHUWING:
Gevaar voor letsel – u moet er zeker van zijn dat
de rugleuning goed in de beugel is geklikt!
Quick release assen voor
achterwielen (6.2)
De achterwielen zijn uitgerust met
quick release assen. Zo kunt u de
wielen zonder gereedschap mon-
teren of verwijderen. Om een wiel
te verwijderen drukt u gewoon de
quick release knop op de as in (1)
en trekt u het wiel weg.
WAARSCHUWING:
Houdt de quick release knop op
de as ingedrukt wanneer u het
wiel weer aanbrengt. Laat de knop los om het
wiel op zijn plaats te vergrendelen. De quick
release knop zou weer op zijn oorspronkelijke
plaats moeten klikken.
Optie – Trapdop
Trapdop (7.1)
Begeleiders gebruiken de trapdop
om een rolstoel over een obstakel
te kantelen. Trap gewoon op de
buis om een rolstoel bijvoorbeeld
over een stoep of een trede te
duwen.
Optie – Parkeerremmen
Parkeerremmen (7.10.2)
Uw rolstoel is uitgerust met twee
parkeerremmen. Zij worden direct
tegen de banden toegepast. Om
ze in werking te stellen, drukt u de
beide parkeerremhendels vooruit
tegen de blokkade (Fig. 10.1).
Om het wiel vrij te maken, moet u
de hendels terugtrekken in hun
oorspronkelijke positie.
66
Breezy Relax/Quickie Relax
1
2
1
Het remvermogen vermindert wanneer:
• het loopvlak van de band versleten is;
• de bandendruk te laag is;
• de banden nat zijn;
• de parkeerremmen niet goed afgesteld zijn.
De parkeerremmen zijn niet bedoeld om als afrem
mechanisme voor een bewegende rolstoel te die-
nen. De parkeerremmen mogen daarom nooit wor-
den gebruikt om een rijdende rolstoel af te remmen.
Gebruik altijd de aandrijfhoepels om te remmen.
Zorg ervoor dat de ruimte tussen de banden en de
parkeerremmen overeenkomt met de verstrekte
specificaties (Fig. 10.2). Om dit aan te passen, moet
u de schroef los maken (1) en de juiste tussenruimte
instellen. Draai de schroef vast (zie de pagina over
het aanzetmoment).
WAARSCHUWING:
Controleer na elke aanpassing van de achterwie-
len de reminstelling en pas deze zonodig aan.
Trommelremmen (7.13)
Met trommelremmen kan een
begeleider veilig en gemakkelijk
remmen. Zij hebben ook een par-
keerremstand (1) om wegrollen te
voorkomen. Deze hendel moet
hoorbaar op zijn plaats klikken.
Trommelremmen zijn niet afhanke-
lijk van de luchtdruk in de banden.
Uw rolstoel kan niet worden bewo-
gen wanneer de trommelremmen
zijn toegepast.
WAARSCHUWING:
Trommelremmen mogen alleen
worden aangepast door erkende
dealers.
Voetensteun
Voetensteun en tussenverbin-
ding voetensteun (7.23.1)
De voetensteun kan naar buiten
worden geklapt. Wanneer de voe-
tensteunen worden aangebracht,
worden deze gemonteerd in de
wegdraaipositie. Draai ze vervol-
gens eenvoudig naar binnen tot de
tussenverbinding op zijn plaats valt
(1). Voor het verwijderen van de
voetensteunen, gebruik de hendel
(2), klap de voetensteunen naar
buiten en trek ze omhoog en vrij.
Controleer dat de voetensteun
goed op zijn plaats zit.
WAARSCHUWING:
De voetensteunen mogen niet
worden gebruikt om de rolstoelen
met een inzittende op te tillen of
te dragen.
1
285
1
2
0305/3/ST-000690xxx.EMS