NL
Afb. 24
A. 6 mm INBUSSLEUTEL
B. INBUSBOUTEN 6 mm
C. MONTAGESTEUN
D. DRAAISCHIJF
11.7
HET ZAAGBLAD HAAKS AFSTELLEN OP DE DRAAISCHIJF
Zie afbeeldingen 25 tot 28.
•
Verwijder de accu van de zaag.
WAARSCHUWING: Wanneer u de accu niet verwijdert, kan de zaag ongewild in werking treden wat ernstig
lichamelijk letsel kan veroorzaken.
•
Trek de zaagkop omlaag en druk de vergrendelpen in om de zaagkop in de transportstand vast te zetten.
•
Trek de draaischijfvergrendelingsklem omhoog.
•
Draai de draaischijf totdat de aanwijzer op 0° staat.
•
Zet de draaischijfvergrendelingsklem omlaag.
•
Draai de afschuinvergrendelingsknop los en zet de zaagkop op de afschuinstand 0° (het zaagblad staat op 90°
ten opzichte van de draaischijf). Draai de afschuinvergrendelingsknop vast.
•
Plaats een combinatiewinkelhaak tegen de draaischijf en tegen het vlakke gedeelte van het zaagblad.
NB! Controleer of de winkelhaak tegen het vlakke gedeelte van het zaagblad aan komt en niet tegen de tanden.
•
Laat het zaagblad met de hand draaien en controleer de uitlijning tussen het zaagblad en de draaischijf op verschillende
punten.
•
De rand van de winkelhaak en het zaagblad moeten parallel lopen, zoals getoond in afbeelding 25.
•
Draai met behulp van een 10 mm sleutel of een verstelbare steeksleutel de borgmoer los van de stelschroef voor de
vaste hoekinstelling. Draai ook de afschuinvergrendelingsknop los.
•
Stel de stelschroef voor de vaste hoekinstelling bij, om het zaagblad uit te lijnen ten opzichte van de winkelhaak.
Zie afbeelding 28.
•
Draai de afschuinvergrendelingsknop weer vast. Draai vervolgens de borgmoer van de stelschroef voor de vaste
hoekinstelling weer vast. Controleer opnieuw de hoek tussen het zaagblad en de draaischijf.
NB! De hiervoor beschreven werkwijze kan worden gevolgd om zowel bij 0° en bij 45° de rechte hoek tussen
het zaagblad en de draaischijf te controleren.
•
Als de boven- of de onderkant van het zaagblad afwijkt van de winkelhaak, zoals getoond in de afbeeldingen 26 et 27,
moeten de instellingen worden bijgesteld.
Afb. 25
HET ZAAGBLAD STAAT HAAKS OP DE DRAAISCHIJF
A. AANSLAG
B. ZAAGBLAD
C. DRAAISCHIJF
D. COMBINATIEWINKELHAAK
Afb. 26
HET ZAAGBLAD STAAT NIET HAAKS OP DE DRAAISCHIJF, DE INSTELLINGEN MOETEN WORDEN BIJGESTELD
A. AANSLAG
B. ZAAGBLAD
C. DRAAISCHIJF
D. COMBINATIEWINKELHAAK
Afb. 27
HET ZAAGBLAD STAAT NIET HAAKS OP DE DRAAISCHIJF, DE INSTELLINGEN MOETEN WORDEN BIJGESTELD
A. AANSLAG
B. ZAAGBLAD
C. DRAAISCHIJF
D. COMBINATIEWINKELHAAK
Afb. 28
A. DRAAISCHIJF
B. AFSCHUINVERGRENDELINGSKNOP
C. STELSCHROEF VOOR VASTE INSTELLING VAN EEN AFSCHUINHOEK VAN 45°
D. BORGMOER(EN)
E. STELSCHROEF VOOR VASTE INSTELLING VAN EEN AFSCHUINHOEK VAN 0°
142