6
Veiligheidsvoorschriften
De volgende onderdelen mogen nooit gemanipuleerd of uitgeschakeld worden. Ze moeten altijd in
goede werkende staat gehouden worden.
•
De verbinding van de machine met aarde m.b.v. de meegeleverde kabel.
7
Onderhoud en periodieke controles
Alleen de onderstaand genoemde (algemene) onderhoudswerkzaamheden mogen door de gebruiker uitgevoerd
worden. Alle andere onderhoudswerkzaamheden moeten door een gekwalificeerd vakpersoon
uitgevoerd worden.
De volgende onderhoudswerkzaamheden kunnen door de gebruiker uitgevoerd worden:
•
Het schoonmaken van het werkblad en de interne onderdelen van de HR 2000;
•
Het schoonmaken van het werkblad;
•
Het schoonmaken van de uitlooppijpjes;
•
Het schoonmaken van de buitenkant van de HR 2000 met een neutraal product en een zachte doek;
•
Het wisselen van het filter aan de achterzijde van de binnenkant (Paint Stop filter).
8
Pneumatisch schema
9
Probleemoplossingen
Probleem
Nadat de machine is
aangesloten op luchtdruk komt
er geen vloeistof uit de slang.
A: Luchtinlaat
G2-G3-G4: Schakelaar voor handmatige functies
N1-N2: VENTURI pomp
O: Cycloon
Waarschijnlijke oorzaak
1. De luchtdruk is niet hoog
genoeg.
2. Het ventiel is niet geopend.
Oplossing
1. Controleer het
luchttoevoersysteem.
2. Open de kraan voor de
slanguitloop.
13