A
110
10.13. Knopen en oogjes aannaaien
Met de knoopaannaaivoet kunnen moeiteloos knopen, haakjes en oogjes
worden aangenaaid.
Laat de stoftransporteur zakken zoals beschreven in hoofdstuk "..
Transporteur omhoog en omlaag zetten" op blz. .
Persvoet: ............................................................................................. knoopaannaaivoet
Programma: .....................................................................................................................
Steeklengte: ..........................................................................................................................
Laat de persvoet zakken en leg daarbij de knoop zo tussen stof en pers-
voet dat de steek in de gaten van de knoop valt, zoals op de afbeelding
te zien is.
Controleer de juiste positie van de knoop door aan het handwiel te
draaien. De naald moet precies in de gaten van de knoop steken om
beschadiging van de naald te voorkomen.
Tussen de programma's B en C bevinden zich vijf verschillende steek-
breedten voor de verschillende knoopsgatafstanden.
Naai op lage snelheid tot steken per gat.
Bij knopen met vier gaten wordt de stof met de knoop verschoven. Dan
worden ook in de andere gaten tot steken genaaid. Na het weghalen
van de stof trekt u de ruim afgesneden bovendraad naar de onderkant van
de stof en knoopt u deze vervolgens vast aan de onderdraad.
10.13.1. Knopen met steel aannaaien
Bij zware materialen is vaak een knoopsteel nodig.
Leg een naald of bij een zwaardere steel een lucifer (A) op de knoop
en ga daarna op dezelfde manier te werk als bij het aannaaien van een
normale knoop.
Haal uw naaiwerk na circa steken uit de machine.
Trek de naald of de lucifer uit het naaiwerk.
Laat de bovendraad iets langer en snijd deze af.
Rijg de bovendraad door de knoop en wikkel deze enkele keren om de
steel die hierbij ontstaat. Trek de bovendraad vervolgens naar de on-
derkant van de stof en knoop deze aan de onderdraad vast.
10.14. Ritssluitingen innaaien
Persvoet: .................................................................................................................... ritsvoet
Programma: ......................................................................................................................... A
Steeklengte: ............................................................................................................... t/m
Steekbreedte: .......................................................................................................................
Afhankelijk van welke kant van de rits u naait, moet de persvoet altijd op
de stof liggen.
Daarom wordt de persvoet op de linker- of rechterkant en niet in het mid-
den bevestigd, zoals bij alle andere voeten.
Zet de persvoet en de naald in de hoogste stand om de persvoet te
verwisselen.
Speld de ritssluiting op de stof en leg het werkstuk in de juiste positie
onder de voet.
Om de rechterkant van de ritssluiting vast te naaien, zet u de ritsvoet zo
vast dat de naald aan de linkerkant naait.
Naai op de rechterkant van de ritssluiting, waarbij de naad zo dicht mo-
gelijk tegen de tanden aan moet komen.
Naai de ritssluiting zo'n , centimeter onder de tanden met een tus-
senstuk vast.
Om de linkerkant van de ritssluiting vast te naaien, wisselt u de stand
van de voet op de persvoethouder.
Naai op dezelfde manier als bij de rechterkant van de ritssluiting.
Voordat de voet bij de trekker van de rits komt, heft u de voet en opent