112
Zet de tweelingnaald op dezelfde manier als een enkele naald in (zie
blz. ).
1
3
2
5
4
6
7
8
Trek beide garenpennen () naar boven uit de machine, tot u ze hoort
vastklikken.
Zet twee even volle garenklossen op de garenpennen.
Rijg nu de draden van de voorste garenklos tot de draadgeleiding (),
zoals beschreven in hoofdstuk ".. Bovendraad inrijgen" op blz. .
Zoals op de afbeelding hiernaast te zien is, bevat de draadgeleiding
een oog (B) voor de draad bij tweelingnaalden. Haal de draad hier door-
heen.
Ga nu weer te werk zoals beschreven voor enkele draden en rijg de
draad in de rechternaald ().
Rijg de draad van de achterste garenpen in zoals beschreven in hoofd-
stuk ".. Bovendraad inrijgen" op blz. en eindig in de rechter-
naald.
LET OP!
Gevaar voor beschadiging!
Bij het naaien van een hoek met de tweelingnaald kan deze verbuigen of
breken.
Til de naald altijd uit de stof.
10.17. Naaien op de vrije arm
Met de vrije arm kunt u gemakkelijker ronde vormen stof naaien, zoals
mouwen en broekspijpen.
U kunt van uw naaimachine gemakkelijk een machine met een vrije arm
maken door het afneembare werkblad met het accessoirevak () van de
naaimachine te halen.
De vrije arm is vooral handig bij de volgende naaiwerkzaamheden:
• Herstellen van ellebogen en knieën van kleding.
• Mouwen naaien, vooral bij kleine kledingstukken
• Applicaties, borduursels of zomen van randen, manchetten of broek-
spijpen.
• Naaien van elastische taillebanden aan rokken of broeken.
A
B