Nederlands
De aders in de kabel moeten, afhankelijk
van de netspanning en de kabellengte,
de vermelde minimale doorsnede
hebben.
Kabellengte
Minimale
doorsnede
220 V – 240 V:
tot 20 m
1,5 mm
20 m tot 50 m
2,5 mm
100 V – 127 V:
tot 10 m
AWG 14/2,0 mm
10 m tot 30 m
AWG 12/3,5 mm
Aansluiting op de contactdoos
Voor de aansluiting op het
elektriciteitsnet, controleren of het
apparaat is uitgeschakeld – zie
"Apparaat uitschakelen"
De netsteker van het apparaat op
N
de netsteker van de verlengkabel in
de volgens voorschrift
geïnstalleerde contactdoos steken
190
Apparaat inschakelen
Waterkraan opendraaien
N
LET OP
Het apparaat alleen bij een aangesloten
2
waterslang en een opengedraaide
2
waterkraan inschakelen. Als dit wordt
nagelaten ontstaat er een tekort aan
water, wat kan leiden tot beschadiging
2
van het apparaat.
2
De hogedrukslang geheel uitrollen
N
De schakelaar in stand I plaatsen –
N
het apparaat staat nu in de stand-
bystand
Het spuitpistool op het te reinigen
N
object richten – nooit op personen!
Werken
Spuitpistool bedienen
De spuitinrichting op het te reinigen
N
object richten – nooit op personen!
De rotorsproeier, indien
N
gemonteerd, bij het inschakelen
naar beneden gericht houden
2
1
Veiligheidspal (1) indrukken – de
N
hendel (2) wordt ontgrendeld
Hendel (2) indrukken
N
De motor wordt bij het loslaten van de
hendel uitgeschakeld.
Stand-bystand
LET OP
Het apparaat maximaal 5 min. in de
stand-bystand laten staan. Bij langere
werkonderbrekingen dan 5 min, bij
rustpauzes of als het apparaat
onbeheerd wordt achtergelaten, het
apparaat met behulp van de schakelaar
uitschakelen – zie "Apparaat
uitschakelen".
RE 98