-
opnieuw indrukken van de toets bewerkstelligt verdere meting.
-
langdurig indrukken (2 sec.) van de toets bij het inschakelen activeert
de max-functie (hoogste gemeten waarde). Het meten wordt daarna
normaal voortgezet
-
Een eerstvolgende druk op de toets voert tot het opslaan van de
hoogste gemeten waarde gedurende de meetperiode (max in het
display ). Voor alle functies - met uitzondering van doorgangstests - ,
wordt terug geschakeld naar het voortzetten van de meting door weer
ca. 2 seconden op de max-toets te drukken. Uitschakelen van deze
functie door de „uit/ off" positie van het apparaat.
„Zero"-toets (nulinstelling). Voor nulinstelling bij stroommetingen, maar
kan ook gebruikt worden bij andere metingen. Door een druk op de knop
wordt de op dat moment gemeten waarde als nul beschouwd. Verdere
metingen worden dan daaraan gerelateerd. Deze relatieve waarden worden
aangeduid met „REL" in het display .
COM-contactbus zwart, gezamenlijke contactbus voor spannings- en
weerstandsmetingen, doorgangstest.
V-Ωcontactbus(positief)rood, gezamenlijke contactbus voor spannings-
en weerstandsmetingen, doorgangstest.
Openingshendel om de stroomtang te openen en te sluiten.
Kraag om aanraken van aders te voorkomen.
Meettang om rondom stroomvoerende aders te plaatsen.
5.
Algemene kenmerken
5.1 Algemene gegevens van de BENNING CM 2
5.1.1
De numerieke waarden zijn op een display (LCD) af te lezen met
3¾ cijfers van 13 mm hoog, met een komma voor de decimalen. De
grootst mogelijk af te lezen waarde is 3999.
5.1.2
De polariteitsaanduiding werkt automatisch. Er wordt slechts één
pool t.o.v. de contactbussen aangeduid met „-".
5.1.3
De bereiksoverschrijding wordt met „OL" of „-OL" en gedeeltelijk met
een akoestische waarschuwing aangeduid.
Let op: geen aanduiding en waarschuwing bij overbelasting.
5.1.4
De meetfrequentie bij cijferweergave van de BENNING CM 2 bedraagt
gemiddeld 2 metingen per seconde.
5.1.5
Na ca. 30 minuten in rust schakelt de BENNING CM 2 zichzelf
automatisch uit. Hij wordt
schuifschakelaar . Vòòr de automatische uitschakeling klinkt er een
zoemtoon.
5.1.6
De temperatuurcoëfficiënt van de gemeten waarde voor spannings-
en weerstandsmetingen: 0,15 x (aangegeven nauwkeurigheid van
de gemeten waarde)/ °C < 18 °C of > 28 °C t.o.v. de waarde bij een
referentietemperatuur van 23 °C.
5.1.7
De temperatuurcoëfficiënt van de gemeten waarde voor stroom-
metingen: 0,2 X (aangegeven nauwkeurigheid van de gemeten waarde)/
°C < 20 °C of > 26 °C, t.o.v. de waarde bij een referentietemperatuur
van 23 °C.
5.1.8
De BENNING CM 2 wordt gevoed door twee batterijen 1.5 V
(IEC LR03/ micro).
5.1.9
Indien de batterijen onder de minimaal benodigde spanning dalen,
verschijnt het batterijsymbool in het scherm.
5.1.10 De levensduur van de batterijen (alkaline) bedraagt ca. 60 uur.
5.1.11
Afmetingen van het apparaat:
L x B x H = 192 x 66 x 27 mm
Gewicht: 205 gram
5.1.12
De veiligheidsmeetsnoeren en meetpennen zijn uitgevoerd in een 4 mm,
resp. 2 mm. stekertechniek. De meetsnoeren zijn nadrukkelijk alleen bedoeld
voor het meten van de voor de BENNING CM 2 genoemde nominale
spanning. De meetpennen kunnen met afdekkappen worden beschermd.
5.1.13 Maximale opening van de stroomtang: 25 mm.
5.1.14 Maximale diameter van de enkelvoudige stroomleiding: 22 mm.
6.
Gebruiksomstandigheden
-
De BENNING CM 2 is bedoeld om gebruikt te worden voor metingen in
droge ruimtes.
-
Barometrische hoogte bij metingen: 2000 m maximaal.
-
Categorie van overbelasting/ installatie IEC 664/ IEC 1010 → 600 V
categorie II: 300 V categorie III.
-
Beschermingsgraad: IP 30 (DIN VDE 0470-1 IEC/ EN 60529),
Betekenis IP 30: Het eerste cijfer (3); Bescherming tegen binnendringen
van stof en vuil > 2,5 mm in doorsnede, (eerste cijfer is bescherming tegen
stof/ vuil). Het tweede cijfer (0); Niet beschermd tegen water, (tweede cijfer
is waterdichtheid).
11/ 2007
weer ingeschakeld door middel van de
BENNING CM 2
67