8.
Meten met de BENNING CM 2
8.1 Voorbereiden van metingen.
-
Gebruik en bewaar de BENNING CM 2 uitsluitend bij de aangegeven werk-
en opslagtemperaturen. Niet blootstellen aan direct zonlicht.
-
Controleer de gegevens op de veiligheidsmeetsnoeren ten aanzien
van nominale spanning en stroom. Origineel met de BENNING CM 2
meegeleverde snoersets voldoen aan de te stellen eisen.
-
Controleer de isolatie van de veiligheidsmeetsnoeren en de meetpennen.
Beschadigde meetsnoeren direct verwijderen.
-
Veiligheidsmeetsnoeren testen op correcte doorgang. Indien de ader in het
snoer onderbroken is, het meetsnoer en/of meetpen direct verwijderen.
-
Voor dat met de schuifschakelaar of met de functietoets een andere functie
gekozen wordt, dienen de meetsnoeren van de meetpunten te worden
afgenomen.
-
Storingsbronnen in de omgeving van de BENNING CM 2 kunnen leiden tot
instabiele aanduiding en/ of meetfouten.
8.2 Spanningsmeting
Let op de maximale spanning t.o.v. aarde.
Gevaarlijke spanning!
De hoogste spanning die aan de contactbussen
-
COM-bus , zwart
-
bus voor V, Ω (positief) , rood, voor het meten van spanningen,
weerstanden en doorgangstest, van de multimeter BENNING CM 2 ligt
t.o.v. aarde, mag maximaal 600 V bedragen.
-
Met schuifschakelaar en de functietoets van de BENNING CM 2 de
gewenste instelling kiezen
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-kontaktbus van
de BENNING CM 2.
-
De rode meetpen inpluggen in de contactbus V, Ω, van de
BENNING CM 2
-
Leg de veiligheidsmeetsnoeren met de rode meetpen aan de meetpunten
aan het circuit en lees de gemeten waarde af in het display van de
BENNING CM 2.
Opmerking:
In het lage spanningsbereik zal bij een open circuit de „000 V" aanduiding
mogelijk niet in het display verschijnen. Door de meetpennen even kort te
sluiten kunt u de goede werking van het apparaat controleren.
Zie fig. 2:
Zie fig. 3:
8.3 Weerstandsmeting
-
Kies met de schuifschakelaar en de
instelling van de BENNING CM 2.
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-kontaktbus
(zwart).
-
Het veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω, (rood).
-
Leg de punten van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten in het
circuit en lees de gemeten waarde af in het display.
Opmerking:
Controleer, om zeker te zijn van een juiste meting, dat er geen spanning staat
op de meetpunten in het circuit.
Bij kleine weerstanden kan het resultaat worden verbeterd indien van te
voren door middel van kortsluiting van de meetpennen de weerstand van het
meetsnoer wordt vastgesteld.
De aldus gemeten waarde kan dan van totaal gemeten weerstand worden
afgetrokken.
Zie fig. 4:
8.4 Doorgangstest met zoemer
-
Kies met de schuifschakelaar en de functietoets de gewenste
instelling ( ).
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-kontaktbus van
de BENNING CM 2.
-
Het veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω, van de
BENNING CM 2.
11/ 2007
meten van gelijkspanning.
meten van wisselspanning.
weerstandsmeting
BENNING CM 2
functietoets de gewenste
70