BOUGIE
Het behouden van de bougie in goede
conditie draagt bij aan het verminderen
van het verbruik van de motor en het opti-
maal functioneren.
Om de controle uit te voeren is het vol-
doende de dop van de bougie te halen
en de bougie los te draaien, door de
bijgeleverde sleutel te gebruiken.
Maak grondig de elektroden schoon met
behulp van een staalborstel. Blaas de
bougie uit met perslucht om te voorkomen
dat eventueel residu in de motor terecht
kan komen.
Onderzoek met een diktemeter de afstand
tussen de elektroden, die tussen de 0,6-
0,7 mm zal moeten zijn. In het geval er
niet aan deze waarde wordt voldaan, is
het mogelijk deze te corrigeren door de
aardelektrode te buigen.
De bougie kan er als volgt uitzien:
in het zwart
met ''vette'' brandstof
in het hazelnootbruin
brandstof
in het wit
met ''magere'' brandstof
Controleer ook dat er zich geen scheuren
bevinden op het isolatiemateriaal of de
gecorrodeerde elektroden; in die geval-
len onmiddellijk overgaan tot vervanging.
Smeer de draad van de bougie in en draai
(als de motor koud is) met vaste hand tot
stagneren dicht, om daarna te vergrende-
len met de sleutel.
LET OP:
Voer de controle niet uit als de motor
warm is
met gemengde
49
4
0,6÷0,7
NL