BESTURING EN AFSTELLING
STUURSPELING
Controleer regelmatig de speling van het
stuurbalhoofd door de vork heen en weer
te bewegen, zoals afgebeeld in de figuur.
Voer in het geval u speling waarneemt de
handeling op de volgende wijze uit:
- schroef de schroeven A
- draai de moer B
- verhelp de werkende speling met de
verbindingsring C
Handel in omgekeerde zin om opnieuw
te blokkeren.
OPMERKING: Een correcte regeling eli-
mineert niet alleen de speling, maar mag
geen verharding of onregelmatigheden
veroorzaken bij het draaien van het stuur.
BANDEN
Plaats alleen banden die zijn goedgekeurd door BETAMOTOR.
Andere banden kunnen het functioneren van de motor op straat nadelig beïnvloeden.
• Om uw veiligheid te garanderen, moeten beschadigde banden onmiddellijk
vervangen worden.
• Gladde banden beïnvloeden op negatieve wijze het functioneren van de motor,
vooral op gladde wegen en op terrein.
• Onvoldoende druk veroorzaakt abnormale slijtage en oververhitting van de band.
• Het voor- en achterwiel moeten worden uitgerust met banden van hetzelfde profiel.
• Controleer de druk alleen wanneer de banden koud zijn.
• Houd de bandendruk binnen de aangegeven grenzen.
C
51
A
B
4
NL