De stekker in het stopcontact steken.
1. De indicatie begint te knipperen.
2. Toets STOP indrukken. Indicatie controleren.
x1
De klok volgens onderstaande aanwijzingen instellen.
BEDIENINGSPANEEL
1 display
2 symbolen
1
De indicatie boven het symbool knippert of
gaat branden. Als een indicatie knippert, de
2
betreffende toets (met hetzelfde symbool)
indrukken of de benodigde
bedieningshandeling uitvoeren.
3
omroeren
omkeren
kg/gewicht
4
3 knop TIJDSCHAKELKLOK/GEWICHT
4 toets VERMOGENSSTAND
5
5 toets AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
Deze toets indrukken om een van de 12
automatische programma's te kiezen.
6
6 toets START/+30
7
7 toets STOP
8 toets om de deur te openen
8
VÓÓR HET IN GEBRUIK NEMEN
Gebruik van toets STOP
1. Wissen van een invoerfout bij het programmeren.
2. Lopend proces even onderbreken.
3. Wissen van een programma tijdens het lopende
proces door tweemaal indrukken.
65
symbool voor vermogensstanden
symbool voor bereidingsproces