Handleiding voor gebruik en onderhoud
• Observeer, na de elektrische voeding te hebben weggenomen, de doorgangszone van de as om
eventuele vloeistoflekken te kunnen zien die op slijtage van de afdichting wijzen.
• let tijdens de normale werking op afwijkende geluiden en/of trillingen die van de lagers afkomstig
zijn, indien aanwezig.
Controleer dagelijks de aanwezigheid van de afschermingen en de werking van de
veiligheidsvoorzieningen.
8.1 Reserveonderdelen
Gebruik originele reserveonderdelen, of die goedgekeurd zijn door de fabrikant, om mogelijke risico's
voor de gezondheid van het dienstdoend personeel en de gebruikers te vermijden. Neem contact op
met de leverancier en/of raadpleeg de tabellen van de reserveonderdelen (zie technische catalogus)
voor informatie.
9 VERWIJDERING
De inrichtingen die met dit symbool aangeduid worden, mogen niet weggegooid
worden met het huishoudafval maar moeten verwijderd worden in de speciale
centra voor de inzameling van Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparatuur
(AEEA) die op het grondgebied aanwezig zijn, of moeten overhandigd worden aan de
distributeur, die verplicht is ze aan te nemen.
Het product is niet potentieel gevaarlijk voor de menselijke gezondheid en het milieu
omdat het geen schadelijke stoffen bevat volgens richtlijn 2011/65/EU (RoHS) maar bij
lozing in het milieu heeft het een negatieve impact op het ecosysteem.
Misbruik bij de afvalverwerking, of de niet correcte afvalwerking, van het product, leidt
tot juridische sancties van administratieve en/of strafrechtelijke aard.
DEFECT/STORING
1) De elektropomp start niet of stopt onverwachts.
2) De elektropomp start maar geeft geen debiet af, geeft dit op
onregelmatige wijze af of het debiet is duidelijk lager dan de
aanwijzingen op het gegevensplaatje.
10 BEHEER VAN NOODGEVALLEN
10.1 Brand
• Het brandgevaar van delen van de machine is beperkt tot de motor. Houd rekening met het
brandgevaar van materialen die niet tot de machine behoren maar zich vlakbij de machine bevinden.
• Gebruik bij brand blussers die goedgekeurd zijn voor het gebruik op elektrische apparaten.
10.2 Vloeistoflekkage
• De gepompte vloeistof kan uit de machine lekken na de installatie, het starten, het onderhoud of het
afdanken, onvoorziene breuken of overmatige slijtage van de afdichtingsonderdelen.
• Als de lekken gevaarlijk of schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid van mensen, dieren of voor het
milieu, zorg dan voor een waterdichte opvangbak rondom de machine.
11 VERHELPEN VAN PROBLEMEN
Voor het verhelpen van problemen die verband houden met de werking van de elektropomp moeten
de aanwijzingen van onderstaande tabel opgevolgd worden. Als u niet over de kennis en de benodigde
competenties beschikt, wendt u zich dan tot gekwalificeerd personeel. Gebruik altijd de geschikte PBM
(zie de betreffende sectie) en werktuigen. Als het niet mogelijk is het probleem te verhelpen door de
aanwijzingen van de tabel toe te passen, neem dan contact op met een professioneel en geautoriseerd
assistentiecentrum.
10 VERHELPEN VAN PROBLEMEN
• Controleer of de netspanning aanwezig is.
• Controleer of de thermomagnetische schakelaar en de differentiaalschakelaar geactiveerd zijn; controleer bij zekeringen of die intact zijn.
• Voor eenfasige modellen: controleer of de condensator intact is.
• Controleer de werking van eventuele start- en stopsystemen (drukschakelaar, niveauschakelaar, anders)
• Controleer de elektrische aansluiting op het net. Verricht een visuele controle van de intacte staat van de voedingskabels.
• ALLEEN VOOR PROFESSIONELE ONDERHOUDSMONTEURS: controleer of de pomp in staat is vrij te draaien en of de geabsorbeerde
stroom niet de waarde van het gegevensplaatje overschrijdt. Controleer of de voedingskabels niet los zitten. Controleer het eventuele
verlies van een fase als gevolg van een zekering of een probleem met de motor.
• Controleer of het filter niet verstopt is en of de pomp gevuld is. Controleer of de bodemklep correct werkt. Controleer de afwezigheid
van cavitatie in de pomp.
• Controleer of er geen lucht inde hydraulische leiding zit, ontlucht de leidingen
• Voor de driefasige modellen: controleer de rotatierichting.
OPLOSSING
NEDERLANDS
29