2.2 Constructie
De orthese bestaat uit een voetgedeelte en een onderbeengedeelte. De ver
binding wordt gevormd door een vrij beweegbaar orthese-enkelscharnier
(sagittale vlak) (6).
Het voetgedeelte bestaat uit een zool die op maat kan worden geknipt (8),
en de voetbeugel (7).
Het onderbeengedeelte bestaat uit het orthese-enkelscharnier, twee instel
bare verbindingsbuizen (4) en de riem (2) met schuifgespen (1). Het onder
beengedeelte wordt ingesteld met twee inbusbouten (5).
Over het orthese-enkelscharnier, de verbindingsbuizen en de schuifgespen
is wasbare bekleding (3) aangebracht. De riem is eveneens bekleed en was
baar.
3 Gebruiksdoel
3.1 Gebruiksdoel
De orthese mag uitsluitend worden gebruikt als hulpmiddel ter ondersteu
ning van de functie van de onderste extremiteit en mag alleen in contact
worden gebracht met intacte huid.
De orthese mag uitsluitend worden gebruikt op indicatie.
3.2 Indicaties
•
Unicompartimentele gonartrose
•
Toestanden/beschadigingen waarbij unicompartimentele ontlasting ver
eist is (bijv. postoperatieve behandeling na meniscusreconstructie of
bandletsel waarbij een eenzijdige ontlasting vereist is)
De indicatie wordt gesteld door de arts.
3.3 Contra-indicaties
3.3.1 Absolute contra-indicaties
Niet bekend.
3.3.2 Relatieve contra-indicaties
Bij de volgende indicaties is overleg met de arts noodzakelijk: huidaandoe
ningen/-letsel; ontstekingen; hypertrofisch littekenweefsel met zwelling,
roodheid en verhoogde temperatuur in het gedeelte van het lichaam waar
het hulpmiddel wordt gedragen; ernstige spataderen, in het bijzonder met
veneuze insufficiëntie; lymfeafvoerstoornissen alsmede zwellingen met een
onbekende oorzaak van weke delen die zich niet in de directe nabijheid van
het hulpmiddel bevinden; sensibiliteits- en doorbloedingsstoornissen in de
benen, bijv. bij diabetische neuropathie.
•
Bicompartimentele gonartrose
45