Ottobock 50R300 Dyneva Instrucciones De Uso página 38

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 25
1) LET OP! Let op dat u bij het plaatsen en verwijderen van de pelottes de pennen niet
beschadigt.
Plaats het ortheseframe op de rug (zie afb. 5):
heiligbeenpelotte op het heiligbeen;
schouderpelottes ca.  4 cm onder de schouderbladen.
Optioneel: Breng ter verbetering van het draagcomfort aan de uiteinden van de buisframes
de apart te bestellen zijkussens aan en pas de kussens aan. Voor zowel het bovenste als het
onderste buisframe is er één set zijkussens (29R390) nodig (zie afb. 6).
INFORMATIE: Voor de verticale positionering van de schouderpelottes wordt het
bovenste buisframe in de veeradapters verschoven. Op het buisframe is de maximale
uitschuifhoogte gemarkeerd (zie afb. 7). Verplaats de schouderpelottes in horizontale
richting om deze horizontaal te positioneren. Schuif hiervoor een platte schroeven­
draaier onder de afdekkappen, maak de afdekkappen los en verwijder de schouderpe­
lottes. Steek de pen van de schouderpelottes in een van de drie gaten (zie afb. 8).
2) Breng na de verticale en horizontale positionering de afdekkappen terug op hun plaats.
3) Controleer of de buisframes goed zitten bij de patiënt. Pas de buisframes zo nodig aan door
ze te buigen of door het onderste buisframe te vervangen. Het nieuwe buisframe mag maar
één
maat
groter
29R394=S/M/L/XL/XXL).
4) Bepaal het aantal benodigde buikriemsegmenten (zie afb. 9). Houd hierbij rekening met de
minimale en maximale overlapping van de elementen aan de uiteinden van de riem (zie
afb. 10).
5) Verwijder overtollige buikriemsegmenten door de verbindingsstaven eruit te trekken (zie
afb. 11).
6) Verbind de te gebruiken buikriemsegmenten weer met elkaar met een verbindingsstaaf.
7) Plaats het frame van de orthese tegen de rug.
8) Pas de hoek van de buikriem zo nodig aan de veerelementen aan. Draai hiervoor de bouten
los en verwijder de afdekkingen (zie afb. 12).
9) Trek de beide buikriemsluitingen gelijkmatig naar voren (zie afb. 13).
10) Sluit de buikriem (zie afb. 14).
11) Maak de klittenbandsluitingen voor de spanriemen vast aan de heupgordel en bepaal de opti­
male lengte van de spanriemen (zie afb. 15).
LET OP! Zorg er hierbij voor dat de hoek van de veren niet groter is dan 20°, wanneer
de spanriemen worden gespannen.
12) Kort de spanriemen in met een schaar (zie afb. 16).
5.3 Aanbrengen
VOORZICHTIG
Direct huidcontact met het product
Huidirritaties door wrijving of transpiratievorming
Draag het product niet direct op de huid.
VOORZICHTIG
Verkeerd of te strak aanbrengen
Lokale drukverschijnselen en afknellen van bloedvaten en zenuwen door verkeerd of te strak
aanbrengen
Zorg ervoor dat de orthese correct wordt aangebracht en goed op zijn plaats komt te zitten.
38 | Ottobock
of
kleiner
zijn
dan
het
oorspronkelijke
(artikelnummer

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido