6 Installatie
6.1 Aansluiting op het lichtnet
•
Steek het netsnoer in aansluiting [4] en sluit het aan op een wandcontactdoos. Steek de kabel
van de ultrageluidkop in aansluiting [7] of [8].
•
!
LET OP:
7 Toepassingsaanwijzingen
7.1.1
Contactcontrole
De ultrageluidapplicator heeft een contactcontrolefunctie die de behandeling onderbreekt wanneer het
akoestische contact met het lichaam tot onder een bepaald niveau daalt. Het indicatielampje op de
applicator gaat branden om deze situatie te signaleren. De display zal het statussymbool "Pauze" ( ▌▌)
weergeven en u hoort een signaaltoon.Tijdens deze situatie geeft de applicator een kleine hoeveelheid
energie af om herstel van het akoestisch contact te registreren. U kunt dit opmerken wanneer de
applicator slechts gedeeltelijk in contact is met het lichaam. Wanneer herstel van het contact wordt
geregistreerd, wordt de behandeling met de ingestelde amplitude hervat.
7.1.2
Het contactmiddel
Om efficiënte overdracht van energie te verzekeren, is een contactmiddel tussen de ultrageluid-applicator
en het lichaam vereist. Lucht reflecteert het ultrageluid vrijwel totaal. Voor de overdracht van ultrageluid
kan het beste een gel worden gebruikt.
• De gel dient te worden aangebracht op het te behandelen lichaamsdeel en moet vervolgens
worden uitgestreken met de ultrageluidapplicator.
• Breng de gel nooit aan op de ultrageluidapplicator. De applicator zal dit registreren als akoestisch
contact en kan ultrageluidenergie afgeven, waardoor de applicator beschadigd kan raken.
Als het lichaamsoppervlak erg onregelmatig is, waardoor het moeilijk is om goed contact tussen de
ultrageluidapplicator en het lichaam te verkrijgen, of als direct contact moet worden vermeden (bijv.
vanwege pijn), kan het betrokken gebied onder water worden behandeld (subaquale methode). Het water
dient te worden ontgast (door het eerst te koken) om te voorkomen dat luchtbellen op de
ultrageluidapplicator en het lichaam ontstaan.
7.1.3
Voorafgaand aan de behandeling
• Controleer de patiënt op contra-indicaties.
• Test de warmtegevoeligheid van het te behandelen gebied.
• Om de ultrageluidsoverdracht te optimaliseren, moet de huid van het te behandelen gebied met
zeep of een 70% alcoholoplossing worden schoongemaakt.
• Sterke haargroei moet worden weggeschoren.
7.1.4
Tijdens de behandeling
• De ultrageluidapplicator moet constant worden bewogen, ook bij de semi-statische methode.
Tijdens de behandeling kan de weergegeven ultrageluidamplitude rond de ingestelde waarde
16
schommelen, wat wordt veroorzaakt door fluctuaties in akoestische koppeling.
•
Plaats de unit niet op een plaats waar de stroomkabel er tijdens een behandeling uit kan
worden getrokken of waar men erover kan struikelen.
•
Gebruik de unit niet als deze niet op de juiste manier geaard is. Zorg ervoor dat het
apparaat elektrisch is geaard door het alleen aan te sluiten op een geaard stopcontact
dat voldoet aan de toepasselijke plaatselijke elektrische voorschriften voor medische
omgevingen.