nl | AHT Cooling Systems GmbH
Klimaatklasse
Omgevings-
volgens ISO
temperatuur
23953-2
0
2
3
8
3.3
Beoogd gebruik
Het apparaat is bedoeld voor het uitstallen van ver-
pakte, gekoelde levensmiddelen, die klanten er zelf uit
mogen nemen.
Zie voor meer informatie → Beoogd gebruik
4 Installatie en functie
Het apparaat wordt gebruiksklaar geleverd en heeft
een eigen besturingseenheid.
Het apparaat is in de fabriek voorgeprogrammeerd.
Het apparaat bevat een of meer hermetisch afgesloten
koudemiddelcircuits waarvan de componenten tech-
nisch nauw met elkaar zijn verbonden.
De uitvoering van de afzonderlijke apparaatmodellen
kan variëren.
Een apparaatnetwerk bestaat uit meerdere afzonder-
lijke apparaten en is modulair opgebouwd. Er kan een
scheidingswand tussen de afzonderlijke apparaten no-
dig zijn.
Afb. 1:
Apparaatnetwerk (voorbeeld met grondwatercircuit)
1 Grondwatercircuit
Apparaatmodellen met grondwatercircuit
De warme afvoerlucht die in het apparaat wordt gege-
nereerd, wordt via een grondwatercircuit afgegeven
aan de buiteneenheid.
OPMERKING!
Materiële schade door het gebruik van niet-
goedgekeurde onderdelen.
▪ De aansluiting op een grondwatercircuit voor het
gesloten koelsysteem is alleen toegestaan op ap-
paraten van de fabrikant AHT.
Apparaatmodellen met „Air"-modus (extra aandui-
ding „AIR")
De warme afvoerlucht die in het apparaat wordt gege-
nereerd, wordt via een condensor afgegeven aan de
omgevingslucht.
369779_1_1019
Relatieve
luchtvochtig-
[°C]
heid [%]
50
20
65
22
25
60
24
55
2
Buiteneenheid
(gesloten koelsysteem)
Aantal, positie en diepte van de schappen alleen in
overleg met de fabrikant.
Neem de vulvoorschriften in acht (zie → Vullen).
Afhankelijk van het model kan het apparaat worden
uitgerust met automatische nachtrolluik (zie → Auto-
matisch nachtrolluik/apparaatverlichting) of met deu-
ren.
Het apparaat is uitgerust met een luchtafvoerrooster
(zie → Vullen).
De juiste positie van de luchtafvoerroosters is een
voorwaarde voor een correcte werking van het appa-
raat.
–
Correct sluiten van de nachtrolluiken
–
Optimale luchtaanzuiging
OPMERKING!
Materiële schade door verkeerde plaatsing
van de luchtafvoerroosters.
▪ Het bedieningspersoneel moet dagelijks de juiste
positie van de luchtafvoerroosters controleren.
Afb. 2:
Positie luchtafvoerroosters
4.1
Automatische ontdooiing
Het apparaat beschikt over een automatische ontdooi-
functie.
De frequentie, de duur en het tijdstip van de ontdooi-
ing zijn vooraf ingesteld.
Ontdooitijd
Tot 60 min.
Displayweergave (optioneel)
Tijdens de automatische ontdooiing verschijnen de
volgende displayweergaven en symbolen op het dis-
play (zie → pagina 13, hoofdstuk 5).
Displayweer-
Symbool
gave
Het ontstane dooiwater wordt opgevangen in een op-
vangbak (bodembak met afvoer zie → Reinigingsstap-
pen) en afgevoerd via een dooiwaterafvoer (zie →
Opstelling en installatie).
Installatie en functie | 4
Statusled
De statusled
brandt geel (zie
→ Weergave
statusled)
369 / 671