Gossen MetraWatt GEOHM C Manual De Instrucciones página 161

Ocultar thumbs Ver también para GEOHM C:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 174
Met de sonde meet u op een paar gelijke grote afstanden het bereik
tussen de aardingselektrode en de hulpaarding (in stappen van ca.
5 m).
De gemeten weerstanden worden in een tabel en vervolgens grafisch
weergegeven, zoals in plaatje 6 op pagina 17 (curve I).
Als een parallelle lijn wordt getrokken door het inflectiepunt S1 naar de
abscis, dan wordt de weerstandscurve in twee delen gedeeld door deze
lijn.
Het onderste deel geeft, aan de ordinaten gemeten, de gezochte uitbrei-
dingsweerstand van de aardingselektrode R
waarde is de uitbreidingsweerstand van de hulpaarding R
De uitbreidingsweerstand van de hulpaarding moet bij een dergelijke
opstelling kleiner zijn dan 100 maal de uitbreidingsweerstand van de aar-
dingselektrode.
Bij weerstandscurven zonder duidelijk horizontaal bereik moet de meting
met de hulpaarding op een andere plaats gecontroleerd worden. Deze
nieuwe weerstandscurve moet in het eerste diagram worden geplaatst en
de abscis-schaal moet worden veranderd op een wijze dat beide posities
van de hulpaarding identiek zijn. Met het deflectiepunt S2 kan de origineel
gemeten uitbreidingsweerstand worden gecontroleerd (zie plaatje 6 op
pagina 17).
Aanwijzingen voor metingen op een ongunstig terrein
Op een zeer ongunstig terrein (bijv. een zandbodem na een lange droge
periode) kan door het gieten van soda- of zout water op de aarde rondom
de hulpaarding en de sonde de hulpaardings- en sondeweerstand tot toe-
laatbare waarden worden verkleind.
Als deze maatregel niet afdoende is, dan kunnen meerdere aardspiesen
parallel worden aangesloten op de hulpaarding.
In berglandschappen of bij een stenen ondergrond, waar het inslaan van
aardspiesen niet mogelijk is, kan ook een draadnet met 1 cm afstand tus-
2
sen de mazen en ca. 2 m
oppervlakte worden gebruikt.
Deze draadnetten moeten vlak op de bodem worden gelegd, met soda-
of zout water worden overgoten en eventueel met een vochtige, met
aarde gevulde zak worden verzwaard.
.
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
weer; de bovenste
A/E
.
A/H
Curve I (KI)
m
W
5
0,9
10
10
1,28
20
15
1,62
40
20
1,82
60
25
1,99
80
30
2,12
100
40
2,36
120
60
2,84
140
80
3,68
160
100
200
200
5
Ω
4
3
S
1
2
S
2
S1, S2 = Inflectiepunt
1
KI
KII
0
0
10
20
30
40
50
0
20
40
60
80
100
E
ES
S
Plaatje 6
Meten van de aardingsweerstand van een verspreid
aardingssysteem
Curve II (KII)
m
W
0,8
0,98
1,60
1,82
2,00
2,05
2,13
S1, S2 = Inflectiepunt
2,44
KI
= Curve I
2,80
KII
= Curve II
100
R
KI
A/H
K II
= Curve I
R
A/E
= Curve II
60
70
80
90
100 m KI
120 140
160
180 200 m KII
H
17

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido