GEBRUIKSINSTRUCTIES
Raadpleeg voor informatie over het gebruik van een
instrument bij een bepaald implantaat de specifiek voor
dat implantaat geldende bijsluiter.
CONTRA-INDICATIES
Er zijn geen contra-indicaties bekend
WAARSCHUWINGEN
Bij het reinigen en steriliseren van verontreinigde
chirurgische instrumenten moeten geschikte
beschermingsmiddelen en werkkleding worden gebruikt
resp gedragen.
De instrumenten kunnen scherpe snijranden hebben die
de huid kunnen doorboren.
VOORZORGSMAATREGELEN
Het is noodzakelijk dat de chirurg en de OK-medewerkers
volledig bekend zijn met de chirurgische techniek
behorende bij de chirurgische instrumenten.
Controleer het instrument vóór gebruik op beschadiging.
Een beschadigd, versleten of verbogen instrument moet
worden vervangen. Probeer een instrument niet recht te
buigen, te slijpen of te repareren.
Gebruik een DePuy Mitek herbruikbaar instrument niet
voor andere doeleinden dan die waarvoor ze zijn bedoeld.
Beschadiging van het instrument zou daarvan het gevolg
kunnen zijn.
Ga te werk volgens de instructies en waarschuwingen
verschaft door de leveranciers van de reinigings- en
desinfectiemiddelen en -apparatuur die worden
gebruikt.
Laat tijdens de sterilisatiestappen de temperatuur niet
hoger oplopen dan 137 °C.
Producten met aluminium onderdelen kunnen in een sterk
alkalische omgeving schade oplopen.
Bij complexe instrumenten, zoals instrumenten
met slangen en/of buizen, scharnieren, uittrekbare
onderdelen, gematteerde oppervlakken en weefselachtige
oppervlakafwerking, is tijdens het reinigen speciale
aandacht noodzakelijk. Onderdelen van zulke
instrumenten moeten met de hand worden gereinigd
voordat geautomatiseerde reiniging wordt toegepast.
Vermijd blootstelling van instrumenten aan
hypochlorietoplossingen, aangezien corrosie door zulke
stoffen wordt bevorderd.
Reinig kwetsbare instrumenten afzonderlijk van andere
instrumenten.
Het effect van herhaaldelijk uitgevoerde
onderhoudsbewerkingen op de gebruiksduur en
functionaliteit van instrumenten is minimaal.
Het einde van de gebruiksduur van instrumenten wordt
over het algemeen bepaald door slijtage of beschadiging
door operatief gebruik. Inspecteer instrumenten
interoperatief op hun functionaliteit. (Zie de onderstaande
aanwijzingen in paragraaf 'Inspectie en functietests'.)
25