Controleer regelmatig uw voortuitgang, zodat u
eventueel tijdig uw trainingsprogramma kan
aanpassen. Het volgende schema toont u de
interactie tussen de 4 elementen die van
belang zijn bij een efficiënt
trainingsprogramma.
Diagnose – initiëel niveau
Alvorens een programma op maat op te
stellen, moet u notie nemen van enkele
parameters en uw maten nemen. Deze
vaststellingen zullen u helpen bij het bepalen
van uw huidige fysieke conditie (oa. meten van
de taille enz.). Het is de bedoeling alle
gegevens te verzamelen aangaande uw
persoonlijkheid, uw gezondheid en uw
prestaties.
Individuele gegevens : leeftijd, geslacht,
•
gestalte, gewicht, vetgehalte, afmetingen,
foto's, enz.
Gegevens ivm. uw gezondheid :
•
bloeddruk, orthopedische gegevens,
onderzoek van het metabolisme, ernstige
ziektes, eventuele blessures, enz.
Prestatiegerichte gegevens : Bij fitness zijn
•
uithoudingstests, verplaatsings -, krachts-,
en snelheidscontroles zelden nodig.
Coordinatie van de bewegingen
daarentegen is wel van cruciaal belang
daar deze heel belangrijk zijn bij het
correct uitvoeren van de oefeningen.
"Onhandigheid " betekent meestal een gebrek
aan oefening. Houdt u daarom steeds aan de
vooropgestelde modules bij het oefenen, ook
al beoefent u een uithoudingssport.
Iedere test, intellectueel of fysiek, geeft een
weergave van uw persoonlijke mogelijkheden
op een bepaald moment in tijd. Ook al zijn de
wiskundige resultaten ontoereikend op een
bepaald moment, de resultaten die u zal
bereiken (na een zelfde test één week later)
zullen reeds beter zijn dan de eerste,omdat u
na een analyse van de eerste test uw zwakke
punten heeft kunnen vaststellen en u de
training kan aanpassen om deze
tekortkomingen weg te werken.
We werken op dezelfde wijze voor het lichaam.
Laat ons veronderstellen dat u een algemene
uithoudingstest afgelegd heeft en u stelt vast
dat uw niveau 20% lager ligt dan de
gemiddelde behaalde resultaten. Dit resultaat
moet u helpen een oefenprogramma op te
stellen om dit gemiddelde te behalen. De test
is dus de basis voor het opstellen van uw
oefenprogramma om uw doel te bereiken. In
praktijk moet u dus regelmatig uw prestaties
evalueren en kijken of deze aan de
vooropgestelde previsies voldoen. Is dit niet
het geval, dan moet u het oefenprogramma
aanpassen.
De gegevens aangaande uw prestaties laten u
niet enkel toe te vergelijken met de
gemiddelde prestaties maar stellen u tevens in
staat regelmatig uw vooruitgang te controleren.
Na 6 weken herbeginnen we met dezelfde test
om te kijken of uw prestaties zijn verbeterd en
in welke mate.
Fysieke kenmerken
Gewicht
Of iemand tevreden is over zijn lichaam, hangt
meestal af van de weegschaal.
Maar wat is het ideale gewicht ?
Volgende formules staan bekend om het
ideale gewicht te berekenen :
Normaal gewicht = omtrek taille in
•
centimeter – 100
Ideaal gewicht voor vrouwen = normaal
•
gewicht – 15%
Ideaal gewicht voor mannen = normaal
•
gewicht – 10%
Deze formule opgesteld door "Broca" welke
het ideaal gewicht nastreeft, heeft een
beperkte waarde. Zolang er geen nieuwe
methode gevonden wordt om het "ideale
gewicht" te berekenen, zegt het beeld dat we
krijgen van onszelf in de spiegel, meer dan
gelijk welk cijfer. Maar heel wat mensen onder
ons voelen zich beter wanneer ze zich kunnen
meten aan cijfers en normen. Daarom is het
toch wel verstandig rekening te houden met
een aantal gekende formules zoals de body
mass index (BMI) en met enige reserve, de
waist to hip rate (omtrek taille – heup).
Body Mass Index (BMI)
Het BMI verwijst naar het verband tussen het
gewicht en de lichaamsvormen, welke ons
volgens experten beter in staat stelt een
exacte norm op te stellen dan de formule
Broca.
BMI = huidig gewicht (in kg) : lengte in m². Bv.
een man die 70 kg weegt en 1.70 m groot is,
heeft een BMI van 70 : 1.7m² = 24.22.
Aan de hand van onderstaande tabel kan u
zelf situeren waar u zich bevindt met uw BMI.
Deze waarden zijn echter louter indicatief en
zijn niet gegarandeerd, zeker niet bij zieke
personen, kinderen en ouderen.
Vrouwen
Mannen
--------------------------------------------------------------
< 19
<20
Ondergewicht
19 – 24
19 – 25 Normaal
> 24
> 25
Overgewicht
> 30
> 30
Zwaarlijvig
> 40
> 40
Obesiteit
Vetpercentage
Lichaamsvet uitgedrukt in een percentage zegt
meer dan cijfers over de verhouding
gewicht/taille. Om het vetpercentage te
bepalen laten we enkele parameters