_______________( NL )_____________
INSTRUCTIEHANDLEIDING
OPGELET: VOORDAT MEN DE BATTERIJLADER
G E B R U I K T ,
INSTRUCTIEHANDLEIDING LEZEN
1. ALGEMENE VEILIGHEID VOOR HET GEBRUIK VAN
DEZE BATTERIJLADER
-
Tijdens het opladen laten de batterijen explosief gas vrij,
vermijd dat er zich vlammen en vonken vormen. NIET
ROKEN.
-
De op te laden batterijen op een verluchte plaats zetten.
-
De niet ervaren personen moeten op een adequate 3. TECHNISCHE GEGEVENS
manier opgeleid worden voordat ze het toestel
gebruiken.
-
De personen (kinderen inbegrepen) waarvan de Verbruiksstromen: max lading
lichamelijke, zintuiglijke en mentale capaciteiten
onvoldoende zijn voor een correct gebruik van het Laadspanning:
toestel moeten onder het toezicht staan van een Lading@90% voedingsspanning:
persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid
tijdens het gebruik ervan.
-
De kinderen moeten onder toezicht staan om er zeker
van te zijn dat ze niet met het toestel spelen.
-
De batterijlader uitsluitend binnen gebruiken en werken in
goed verluchte ruimten: NIET BLOOTSTELLEN AAN
REGEN OF SNEEUW.
-
De voedingskabel loskoppelen van het net voordat de
kabels voor het opladen worden aangesloten op of
losgekoppeld van de batterij.
-
De tangen niet aansluiten op of loskoppelen van de
batterij met de batterijlader in werking.
-
De batterijlader geenszins gebruiken binnen in de auto of
in de motorkap.
-
De voedingskabel alleen vervangen met een originele
kabel.
-
De batterijlader niet gebruiken om niet heroplaadbare
batterijen terug op te laden.
-
Verifiëren of de beschikbare voedingsspanning
overeenstemt met diegene die aangeduid staat op de
plaat met de gegevens van de batterijlader.
-
Teneinde de elektronica van de voertuigen niet te
beschadigen, de waarschuwingen gegeven door de
fabrikanten van de voertuigen zelf lezen, bewaren en
zorgvuldig in acht nemen, wanneer men de batterijlader
gebruikt zowel bij het opladen als bij de start; hetzelfde
geldt voor de aanwijzingen gegeven door de fabrikant van
de batterijen.
-
Deze batterijlader bevat componenten, zoals schakelaars
of relais, die bogen of vonken kunnen veroorzaken;
bijgevolg, indien de batterijlader in een garage of in een
soortgelijke ruimte wordt gebruikt, moet men hem in een
lokaal of in een omgeving plaatsen die speciaal voor dit
doel bestemd is.
-
Ingrepen van herstellingen of onderhoud aan de
binnenkant van de batterijlader mogen alleen uitgevoerd
worden door personeel met ervaring.
-
O P G E L E T: D E VO E D I N G S K A B E L A LT I J D
LOSKOPPELEN VAN HET NET VOORDAT MEN
G E L I J K W E L K E I N G R E E P VA N G E W O O N
ONDERHOUD VAN DE BATTERIJLADER UITVOERT,
GEVAAR!
-
Controleren of het contact voorzien is van een
beschermende aardeaansluiting.
A A N D A C H T I G
-
In de modellen die erover beschikken, stekkers aansluiten
die een vermogen hebben dat geschikt is voor de op de
plaat aangeduide waarde van de zekering.
-
CONTROLEREN DAT DE BATTERIJLADER IN DE
STAND VAN "OFF" STAAT VOORDAT MEN DE TANGEN
AAN- EN LOSKOPPELT VAN DE KLEMMEN VAN DE
BATTERIJ.
2. INLEIDING EN ALGEMENE BESCHRIJVING
D E
De beschreven modellen zijn batterijladers/starters met
voeding 230Vac 50/60Hz eenfase, elektronisch
gecontroleerd met constante stroom en spanning door een
microcontroleur.
Deze staan het laden toe van batterijen met vrij lood met
elektrolyt (WET) en hermetische batterijen (GEL/AGM)
gebruikt op motorvoertuigen (benzine en diesel),
motorfietsen, vaartuigen.
Accumulators oplaadbaar in functie van de beschikbare
spanning van uitgang: 6V / 3 cellen; 12V / 6 cellen; 24V / 12
cellen.
- De bak waarin deze geïnstalleerd is, bezit een
beschermingsgraad IP20 en is beschermd tegen
onrechtstreekse contacten middels een aardegeleider
zoals voorgeschreven voor de toestellen in klasse I.
Voeding:
Start: @12V (1V/c):
@24V (1V/c):
Externe beschermingen:
Stand-by: spanning
stroom
4. BESCHRIJVING VAN DE BATTERIJLADER
1- Selectie van het Type van Batterij:
Het is mogelijk het type van batterij te selecteren die moet
opgeladen worden. Deze selectie wijzigt automatisch de
drempels van spanning van de batterij.
De types van batterijen die men kan selecteren zijn:
"GEL/AGM": batterij met lood- zuur met vaste elektrolyt.
"WET": batterij met lood- zuur met vloeibare elektrolyt.
2- Selectie van de Spanning van de Batterij:
Deze toets staat toe de spanning van de batterij/batterijen
te selecteren. De voorziene bedrijfsspanningen zijn de
volgende:
"6V":3 elementen;
"12V":6 elementen;
"24 V":12 elementen.
3- Selectie Werkwijze:
TEST: laden niet actief.
In deze modaliteit is het mogelijk:
- Het nazicht uit te voeren van de waarde van spanning van
de batterij en de controle van de staat ervan.
- De spanning van de batterij en het type van batterij in te
stellen.
- Ingeval van een verkeerde verbinding of initialisering
verschijnt op het display de knipperende afkorting "Err" tot
aan de oplossing van het inconveniënt.
CHARGE: Staat toe de batterij/batterijen aan constante
stroom op te laden volgens de waarde ingesteld in
verhouding tot de capaciteit van de batterij (Ah).
Wanneer een bepaald niveau van spanning van de batterij
van einde laden wordt bereikt, wordt dit behouden tot de
tijd verstreken is.
Bovendien indien de spanning van de batterij bijzonder
laag blijkt te zijn, wordt er een beperkte stroom verdeeld tot
de spanning van veiligheid van 1,5V/element bereikt is. In
deze bedrijfsconditie wordt op het display de visualisering
- 24 -
ST330
230V-1ph
max. start
6-12-24V
200A
200A
16A-T
1A-T
1,5A
FIG. A
ST530
230V-1ph
8A
10A
30A
50A
6-12-24V
30A
40A
300A
300A
16A-T
1A-T
12V
12V
1,5A