2.5 I Installatie van de bedieningskast
2.5.1. Plaatsing van de bedieningskast
De bedieningskast moet geïnstalleerd worden in een geventileerd, vorstvrij technisch lokaal zonder
•
sporen van vocht, uit de buurt van de onderhoudsproducten voor het zwembad of aanverwante
producten.
De bedieningskast moet op een afstand van minstens 3,5 m van de buitenrand van het zwembad worden
•
geïnstalleerd. Neem altijd de installatievoorschriften en/of de op de plaats van installatie van toepassing
zijnde wetten in acht.
Deze mag niet op meer dan 1,6 m van de cel worden geïnstalleerd (maximale kabellengte).
•
Als de kast aan een paal wordt bevestigd, moet er een waterdichte plaat achter de bedieningskast
•
worden bevestigd (minimaal 350x250 mm):
Bevestig de (meegeleverde) houder op de muur of de waterdichte plaat met behulp van (niet
-
meegeleverde) schroeven en pluggen (afbeelding
Klik de bovenzijde van de bedieningskast vast op de houder (afbeelding
-
15
).
).