NEDERLANDS
De gebruiksaanwijzing van dit apparaat bestaat uit algemene en specifieke in-
structies. Zorg dat u beide zorgvuldig gelezen en begrepen hebt alvorens het ap-
paraat in gebruik te nemen. Let op! Dit blad bevat slechts de specifieke instructie.
SPECIFIEKE INSTRUCTIES QUICK TREE.
Deze aantekening bevat de informatie die nodig is voor het correcte gebruik
van het (de) volgende product(en): linker of rechter voetstijgklem Quick Tree en
het overeenstemmende bevestigingssysteem op de laarzen en de crampons voor
boombeklimming.
1) TOEPASSINGSGEBIED.
De voettouwklemmen Quick Tree zijn geen persoonlijke beschermingsmiddelen
(PBM). Ze dienen slechts als hulpmiddelen om de touwbeklimming te vergemak-
kelijken en moeten niet worden gebruikt als valbescherming. Ze houden het touw
gespannen onder het lichaam van de gebruiker, waardoor andere blokkerings-
apparaten gemakkelijk kunnen werken en het lichaam van de gebruiker verticaal
houden.
2) NOMENCLATUUR.
Quick Tree apparatuur (Fig. 2.1-2.2): A) Bevestigingshendel. B) Veiligheidshen-
del. C) Lichaam. D) Openings-/veiligheidshendel. E) Vergrendelingsnok. F) Be-
vestigingspennen QT Universal (Fig. 2.4): G) Sluitgesp. H) Ontgrendelingspal. I)
Weefselband boven L) Bevestigingsplaat. M) Bevestigingsgat. N) Weefselband
beneden. O) Benedengesp. P) Weefselbandbescherming. QT Spurs (Fig. 2.5):
Q) Bevestigingsplaat voorzijde. R) Tussenplaatbevestiging. S) Bevestigingsplaat
achterzijde. T) Bevestigingsgat. U1) Lange sluitschroeven. U2) Korte sluitschroe-
ven. V) Allen-sleutel.
2.1 - Belangrijkste materialen. Zie de legenda in de algemene instructies (pa-
ragraaf 2.4). Quick Tree apparatuur: 2 (nokvergrendeling; 3 (lichaam). QT Uni-
versal: 2 (bevestigingsplaat); 7 (weefselbandbescherming); 10 (weefselband
boven/onder). QT Spurs: 2.
3) MARKERING.
Nummers/letters zonder bijschrift: zie de legenda in de algemene instructies (pa-
ragraaf 5).
3.1 - Algemeen (Fig. 2). Indicaties: 4; 7; 8; 9; 19; 30) Maximale toegestane be-
lasting; 31) Toegestane touwdiameters; 32) Voor linker (L) of rechter (R) voet; 33)
Pictogrammen voor de aanduiding van de richting waarin de bevestigingshendel
moet worden gesloten. 3.2 - Traceerbaarheid (Fig. 2). Indicaties: T1; T3; T8.
4) COMPATIBILITEIT.
Het apparaat kan alleen worden gebruikt met touwen (kern + ommanteling) sta-
tisch of semi-statisch (EN 1891) of dynamisch (EN 892) Ø 8÷13 mm. Opgelet!
Niet gebruiken op metalen of getwijnde touwen.
5) CONTROLES.
Naast onderstaande controles moet voldaan worden aan de beschrijving van de
algemene instructies (paragraaf 3). Voorafgaand aan elk gebruik, verifieer dat:
de tanden van de nok volledig aanwezig zijn en geen tekenen van slijtage tonen.
Tijdens elk gebruik: controleer regelmatig de gespen en afstelapparatuur.
6) GEBRUIKSINSTRUCTIES VOOR DE QUICK TREE.
De Quick Tree voetstijgklem kan worden geïnstalleerd op elke laars die gebruik
maakt van het QT Universal model (Ref. nr. 4D661) of elke crampon voor boom-
beklimming met behulp van het QT Spurs model (Ref. nr. 4D660). Alle ondersteu-
ningen zijn uitgerust met een bevestigingsplaat (Fig. 6.1A-6.1B), voorzien van
twee bevestigingsgaten voor de installatie van de Quick Tree apparatuur.
6.1 - Installatie. Steek de bevestigingspennen van het apparaat in de gaten op
de bevestigingsplaat (Fig. 6.1A-6.1B). Druk het apparaat naar boven (Fig. 6.2)
totdat het niet verder kan. Verplaats de bevestigingshendel in de richting van de
sluiting (Fig. 6.3) en draai aan de vergrendelingshendel (Fig. 6.4) zodat het zich
correct vastzet op de vergrendelingspal (Fig. 6.5).
6.2 - Insteek van het touw. Open de bevestigingshendel (Fig. 7.2 - stap 1). Open
de nokvergrendeling door aan de veiligheidshendel te draaien en het aan het
lichaam van het apparaat te bevestigen (Fig. 7.2 - stap 2). Steek het touw in het
apparaat (Fig. 7.3) en sluit vervolgens de nok waarbij de hendel van het lichaam
vrijkomt (Fig. 7.4 - step 1). Draai aan de bevestigingshendel (Fig. 7.4 - stap 2)
zodanig dat het zich correct vastzet op de vergrendelingspal (Fig. 7.5). Let op!
Sluit eerst goed de vergrendelingspal voordat u de beklimming start.
6.3 - Functietest. Zorg alvorens te beginnen, dat het hulpmiddel vrij kan glijden en
in de gewenste stand vergrendeld wordt.
6.4 - Verwijderen van het touw. Open de vergrendelingspal. Open de nokver-
grendeling door aan de veiligheidshendel te draaien en het aan het lichaam van
het apparaat te bevestigen. Verwijder vervolgens het touw.
7) GEBRUIKSINSTRUCTIES VOOR DE QT UNIVERSAL.
7.1 - Preliminaire configuratie. De QT Universal is bestemd voor installatie op de
rechter laars, maar deze installatie kan ook worden gewijzigd voor installatie op
de linker laars. Bij installatie op de linker laars, moet het bovenste weefselband
worden gescheiden van het onderste weefselband, en opnieuw in het bovenste
weefselband en de bevestigingsplaat worden gestoken zoals getoond in de af-
beelding (Fig. 4.6). Sluit vervolgens de gesp zoals getoond in de afbeelding (Fig.
Climbing Technology by Aludesign S.p.A. via Torchio 22
24034 Cisano B.sco BG ITALY
www.climbingtechnology.com
3.1 ÷ 3.4). Om terug te gaan naar de installatie voor de rechter laars, raadpleeg
fig. 4.2 - 4.3.
7.2 - Bevestiging van de laars. Bevestig de ondersteuning zodanig dat de be-
vestigingsplaat zich aan de binnenzijde van de voet bevindt (Fig. 4.1 - 4.5) en
de weefselbandbescherming zich in de inkeping onder de laarszool bevindt. Stel
met de benedengesp de hoogte van de bevestigingsplaat af (Fig. 3.5 - 3.7) en
trek de weefselbandbescherming aan zodat het systeem strak staat en perfect aan
de laars hecht (Fig. 4.4 - 4.8).
7.3 - Gebruik. De QT Universal maakt het mogelijk om de Quick Tree apparaten
te gebruiken voor het beklimmen aan enkele of dubbele touwen. De afbeeldingen
tonen sommige voorbeelden van de voortgang naar boven op het touw (Fig.
8-9-10).
8) GEBRUIKSINSTRUCTIES VOOR DE QT SPURS.
8.1 - Installatie. De QT Spurs kunnen zowel op een rechter of linker voet-
crampon worden bevestigd voor boomklimmen. De bevestigingsplaat aan de
voorzijde heeft twee zijden die worden aangeduid als R (Rechts) of L (Links).
Voor installatie op de rechter crampon, monteert u de componenten zo-
als getoond in de afbeelding, door het aandraaien van de schroeven totdat
ze niet verder kunnen (kies de lange of de korte naargelang het model cram-
pon) (Fig. 5.1). Voor installatie op de linker crampon, raadpleeg Fig. 5.2.
Let op! De ondersteuning kan in twee richtingen worden afgesteld om optimale
plaatsing te verzekeren (Fig. 5.3).
8.2 - Gebruik. De QT Spurs maken de beklimming aan een touw mogelijk waar-
bij u crampons voor boombeklimming draagt. Dit maakt de handelingen sneller
omdat u niet constant de crampons hoeft af te nemen en terug te plaatsen om van
de boombeklimmingsstand naar de touwbeklimmingstand te wisselen.
IST12-2D658CT_rev.2 04-21
17/29