NEDERLANDS
De ICEFORM liner wordt in het volgende document het hulpmiddel
genoemd. Dit document biedt belangrijke informatie over de
gebruiksindicaties, de pasvorm en het gebruik van het hulpmiddel. Dit
document is bedoeld voor gebruik door een gecertificeerde
prothesemaker en de gebruiker van het hulpmiddel.
BESCHRIJVING VAN HET HULPMIDDEL
Het hulpmiddel is een liner die is gemaakt van TPE (thermoplastisch
elastomeer) met een overtrek van duurzaam textiel. Door de unieke
thermovormbaarheid van het TPE-materiaal past het hulpmiddel zich aan
de vorm van het restledemaat aan. Hierdoor biedt het optimaal comfort
voor dagelijks gebruik.
Het hulpmiddel is in de volgende uitvoeringen beschikbaar:
• Bevestiging: locking of cushion
• Anterieure dikte: 3,6 of 9 mm
• Posterieure dikte: 3 mm
De cushion liners moeten worden gebruikt in combinatie met een
geschikte bevestigingssleeve. Össur raadt het gebruik van de ICEFORM
sleeve aan.
INDICATIE VOOR HET GEBRUIK
Amputatie van het onderste ledemaat
CONTRA-INDICATIES VOOR GEBRUIK
Niet bekend
BEOOGD GEBRUIK
Het hulpmiddel is een niet-invasief, herbruikbaar prothesehulpmiddel,
dat is ontworpen voor gebruik door één patiënt.
Het hulpmiddel is uitsluitend bedoeld voor exoprothetische fitting van
amputaties van de onderste ledematen.
Het hulpmiddel is geschikt voor een laag tot gemiddeld impactniveau.
MAATVOERING
Let op: het selecteren van de juiste maat is zeer belangrijk. Als het
hulpmiddel te klein is of te strak zit, kan het uitrekken en/of kan dit tot
gevoelloosheid of blaren leiden bij de drager. Als het hulpmiddel te groot
is of te los zit, kan dit leiden tot meer transpiratie en/of beweging van het
ledemaat in het hulpmiddel. Transpiratie en beweging kunnen blaren en
huiduitslag veroorzaken. Bij de bovenstaande symptomen of andere
aanwijzingen dat de pasvorm niet goed is, moet de gebruiker
onmiddellijk contact opnemen met zijn/haar behandelaar.
Bepaal als volgt de juiste maat voor het hulpmiddel:
1. Meet de omtrek van het restledemaat op 4 cm en 30 cm van het
distale uiteinde (Figuur 1).
2. Kies de maat die overeenkomt met de gemeten omtrek of de
dichtstbijzijnde kleinere maat (Figuur 2).
3. Kies nooit een maat die groter is dan de gemeten omtrek en rond
nooit naar boven af.
47