6. Plaats de (31) golfring in de (24) spindelbehuizing.
7. Plaats de (55) opvulring in de (24) spindelbehuizing. (Optie)
8. Installeer de spindelassemblage in de (24) spindelbehuizing.
Voer een lichte druk uit op de spindel.
9. Plaats de (32) stofafdichting in de (33) spindellagerkap en
breng een kleine hoeveelheid Loctite™ #567 (of gelijk-
soortig smeermiddel) aan op de schroefdraad van de (33)
spindellagerkap. Schroef de (33) spindellagerkap in de (24)
spindelbehuizing met behulp van de 30 mm steeksleutel.
Montage van de motor:
1. Bevestig de behuizing van de (12) rotor in een bankschroef
met het schroefdraadgedeelte naar boven gericht. Plaats de
(13) afstandsbus in de (12) rotor.
2. Plaats de (08) O-ring op de (14) voorste eindplaat.
3. Druk de achterste (17) kogellager in de (14) voorste eindplaat
met behulp van het aandrukgereedschap voor lagers. Druk
dan de (15) veerpen op de (14) voorste eindplaat. Plaats de
kogellager/plaat-assemblage op de (12) rotor.
4. Breng 1-2 druppels Loctite™ #567 aan op de schroefdraad
van de (12) rotor en plaats het (18) kegeltandwiel op de rotor.
5. Smeer de vier (21) rotorbladen met een kwaliteitsolie voor
pneumatisch gereedschap en plaats deze in de sleuven van
de (12) rotor.
6. Gebruik het aandrukgereedschap voor lagers en plaats deze
op de buitenring van de (23) kogellager en plaats deze in
de (22) achterste eindplaat met de handpers. Plaats daarna
twee (15) veerpennen op de (22) achterste eindplaat.
7. Plaats het (18) kegeltandwiel op de gereedschapsplaat van
de handpers zodat de achterzijde van de rotor naar boven
wijst. Plaats de (20) cilinder zodanig dat deze tegen de (14)
voorste eindplaat rust. Opmerking: Zorg ervoor dat de luchtin-
laatdoorgang van de cilinder goed op één lijn ligt met de (22)
achterste eindplaat.
8. Druk met het speciale aandrukgereedschap op de binnenring
van de (23) kogellager en plaats de achterste kogellager/
plaat op de rotor. Belangrijk: Druk de achterste kogellager/
plaat op de rotor tot deze de (20) cilinder raakt. De (22)
achterste eindplaat en de (20) cilinder moeten "perfect"
op elkaar aansluiten. Drukt u te hard, dan loopt de rotor
niet soepel waardoor de kogellagers beschadigen. Als de
aangedrukte assemblage niet goed gepositioneerd is, wordt
er onvoldoende lagervoorspanning bereikt.
9. Plaats de veerpen van de motor op één lijn met de opening
op de (01) regelhandgreep en schuif de gemonteerde motor
in de regelhandgreep. Zorg er daarbij voor dat de veerpen in
de opening van de regelhandgreep valt.
10. Smeer de schroefdraad van de (34) borgingsschroef met een
kleine hoeveelheid Loctite™ 567 (of gelijksoortig). Plaats
een 36 mm steeksleutel of verstelbare moersleutel op de
(34) borgingsschroef terwijl u de behuizing met één hand
vasthoudt om de schuurkop op de (01) regelhandgreep te
bevestigen.
Montage excentrische schuurkop:
1. Plaats het (35) contragewicht op de (26) spindel, waarbij u
het schroefgat op één lijn plaatst met de onderhoudsopening.
2. Breng een kleine hoeveelheid Loctite™ 567 (of gelijksoortig)
aan op de schroefdraad van de (36) stelschroeven.
3. Gebruik een (53) 2,0 mm L-vormige inbussleutel. Schroef
de (36) stelschroef in het (35) contragewicht en bevestig het
contragewicht aan de (26) spindel.
4. Breng 1-2 druppels SOOIN-LOK 320 (of gelijksoortig) aan op
de buitenring van de (38) kogellagers. Gebruik het aandrukg-
ereedschap voor kogellagers om twee (38) kogellagers in de
(37) balansas te monteren.
5. Plaats de (39) bevestigingsring in de (37) balansas.
6. Plaats de balansas daarna op de (26) spindel.
7. Breng een druppel Loctite™ 567 (of gelijksoortig) aan op de
schroefdraad van de (40) bolkopschroef met binnenzeskant.
Houd het (35) contragewicht tegen met een (53) L-vormige
inbussleutel. Schroef de (36) stelschroef vast. Gebruik een
(45) 2,5 mm L-vormige inbussleutel. Schroef de (40) bolkop-
schroef met binnenzeskant vast in de (26) spindel.
8. Plaats de (41) mof en het (46 or 49 ) plaatje waarbij u de
schroefgaten op één lijn houdt.
AOS130NV
88
9. Breng een druppel Loctite™ 567 (of gelijksoortig) aan op
de vier (47 or 50) schroeven met binnenzeskant. Plaats de
vier (47 or 50) schroeven met binnenzeskant om het (46 or
49 ) plaatje, de (41) mof en de (37) balansas aan elkaar te
bevestigen.
10. Plaats de (42) mofklem om de (41) mof om deze aan de (24)
spindelbehuizing te bevestigen.
11. Plaats de schuurschijf.
* Loctite® is een geregistreerd handelsmerk van Loctite Corp
Instructies voor het invetten:
Houd het apparaat horizontaal vast om het vet in de juiste positie
te houden.
Breng het tandwielvet (molybdeendisulfide) met een geschikte
vetspuit aan door de (25) smeernippel; 2 of 3 slagen per 24
gebruiksuren.
Rev 01/12/15