I. Introductie
Het is van belang dat, voor het toedienen, de temperatuur van de infuusvloeistof op de temperatuur van het dier wordt afgestemd om
een snelle absorptie te bewerkstelligen. Indien de temperatuur niet overeenstemt, kan deze onderkoeling, bloedvat- en spierspasmen
veroorzaken wat levensbedreigend kan zijn voor het dier.
II. Werkingen mechanisme
De infuusvloeistof verwarmer werkt op basis van indirecte warmte en kan veelvuldig worden gebruikt. De warmte wordt via de infuus-
leiding overgebracht aan de vloeistof.
III. Technische specificaties
1. Algemene opslag en transport condities van de unit
a. Temperatuur tussen: -40~+55℃
b. Relatieve vochtigheid: 80%
2. Algemene gebruikscondities van de unit
a. Temperatuur tussen: 5~40 °C
b. Relatieve vochtigheid: 80%
c. Voltage: AC 110V±11V of AC 220V±23V
d. Frequentie: 60Hz±1Hz of 50Hz±1Hz
3. 3. Wattage input 70W
4. Temperatuur controle
a.Vloeistoftemperatuur bij het begin: 15~25 °C of 59 ~77 °F
b.Vloeistoftemperatuur aan het eind: 35~46 °C of 95 ~114.8 °F
c.Aanvaardbare temperatuurafwijking op display: 2 °C of 3.6 °F
5. Veiligheidsvoorzieningen: de stroomtoevoer wordt automatisch onderbroken indien het verwarmingselement de temperatuur bereikt
van 47℃+2℃ of 116.6+3.6 oF. Tevens is er dan een geluidssignaal hoorbaar en gaat er een rood lampje branden.
6. Doorstroomsnelheid: 40-80 druppels/min (2~5.3ml/min)
7. Zekering:T500mAL250V Afmeting:φ3.9X11mm
8. Maximum gewicht: <600g
NB 1:
De gegevens zijn gemeten bij een vloeistoftemperatuur van 20℃±2℃ aan het beginpunt en een doorstroomsnelheid van
(54~66) druppels/min;
NB 2:
De aanvaardbare temperatuurafwijking is eveneens gedefinieerd bij een vloeistoftemperatuur van 20℃±2℃ aan het beginpunt
en een doorstroomsnelheid van (54~66) druppels/min.
IV. Unit onderdelen
De infuusvloeistof verwarmer bestaat uit de volgende 4 componenten.
1. Warmtebron: voor het verwarmen van de vloeistof, de warmtegeleiders inclusief het aluminium deel waar de infuusleiding wordt
geïnstalleerd.
2. Stroomvoorziening: voeding voor de verwarmingselementen en de controle circuits.
3. Controle module: het meten en controleren van de temperatuur en de display.
4. Behuizing: bestaande uit een boven- en onderzijde.
V. Toepassing en contra-indicaties
Toepassing: Het verwarmen van infuusvloeistoffen.
Contra-indicatie: Niet gebruiken bij temperatuurgevoelige vloeistoffen
VI. Opgelet
1. De unit onder geen voorwaarde zelf openen, dit dient te gebeuren door de leverancier.
2. De unit alleen gebruiken onder toezicht van, of door gekwalificeerd personeel en in geen geval gebruiken voor temperatuurgevoelige
vloeistoffen.
3. De gebruiker dient vooraf de gehele gebruiksaanwijzing door te lezen en de unit conform deze regels te gebruiken.
4. Vermijd contact van scherpe voorwerpen met het verwarmingselement of de infuusleiding waardoor de unit kan worden beschadigd
of er contaminatie kan optreden.
5. De unit niet onderdompelen of met vloeistoffen reinigen.
24