•
Gebruik het autostoeltje niet langer dan 8 jaar. Het autostoeltje is blootgesteld
aan hoge stress tijdens zijn levensduur en dit leidt tot veranderingen in de
kwaliteit van het materiaal naarmate het ouder wordt.
PRODUCTONDERDELEN
Stoelverkleiner (1)
(afzonderlijk verkrijgbaar)
Maataanduiding (2)
Steunpoot (3)
ISOFIX-ontgrendelknoppen (4)
ISOFIX-vergrendelalarmen (5)
ISOFIX-fixatiepunten (6)
ISOFIX-indicator (7)
Instelknop van steunpoot (8)
Steunpootindicator (9)
Stoelvergrendelingindicator (10)
Linear side-impact protection
(L.S.P.) (11)
VERSCHILLENDE TOEPASSINGEN VAN HET ZITJE
61 – 105 cm,
approx. 3 M – approx. 4 Y
max. 18 kg
Een stoelverkleiner (1) is verkrijgbaar als afzonderlijk accessoire en kan
gebruikt worden vanaf 45 cm. U moet de stoelverkleiner verwijderen als uw
kind groter is dan 60 cm. De Maataanduiding (2) toont de grootte die uw
kind moet bereiken voordat de zitting kan worden gebruikt voor gebruik in
de rijrichting.
L.S.P. Gebruiksknop (12)
Hoofdsteun (13)
Hoofdsteun verstelhendel (14)
Positie verstelhendel (15)
Instelknop van riem (16)
Schouderriem (17)
Riemgesp (18)
Gesptong (19)
Buikriemen (20)
Centrale afstelriem (21)
Vakje voor gebruiksaanwijzing (22)
76 – 105 cm,
> 15 M – approx. 4 Y
max. 18 kg
DE CORRECTE POSITIE IN HET VOERTUIG
Dit is een i-Size Verbeterd beveiligingssysteem voor kinderen. Het is
goedgekeurd in overeenstemming met VN-reglement nr. R129/03, voor
gebruik in i-Size compatibele voertuigzitplaatsposities zoals aangegeven door
autofabrikanten in hun gebruiksaanwijzingen. Als uw voertuig geen i-Size
zitplaats heeft, raadpleeg dan de bijgevoegde lijst met voertuigtypes. U vindt
de meest recente versie van de typelijst op www.cybex-online.com.
INSTALLATIE IN HET VOERTUIG
Verzeker altijd dat...
•
de rugleuningen in het voertuig vergrendeld zijn in de rechtopstaande
positie.
•
wanneer het autostoeltje wordt geïnstalleerd op de passagiersstoel
vooraan, zet de autostoel dan zo ver mogelijk achteruit.
1. Vouw de Steunpoot (3) uit tot die vergrendelt in de voorste positie.
2. Ontgrendel de ISOFIX-ontgrendelknoppen (4) om de ISOFIX-
vergrendelarmen (5) aan beide kanten uit te strekken.
De ISOFIX-ontgrendelknoppen kunnen beide onafhankelijk van elkaar
worden ontgrendeld waardoor de ISOFIX-vergrendelarmen onafhankelijk
kunnen worden ingesteld.
3. Duw de ISOFIX-vergrendelarmen (5) uit het autostoeltje tot hun grootste
reikwijdte.
4. Plaats het autostoeltje op een passende autostoel in het voertuig.
5. Duw de ISOFIX-vergrendelarmen (5) in de ISOFIX-fixatiepunten (6) tot ze
vergrendelen met een hoorbare "KLIK". De twee ISOFIX-indicatoren (7)
zullen overschakelen van ROOD naar GROEN.
6. Zorg ervoor dat het autostoeltje goed bevestigd is door het uit de ISOFIX-
fixatiepunten (6) te proberen te trekken.
7. Duw het autostoeltje in de richting van de hoofdsteun van de autostoel tot
dit volledig op een lijn zit met de rugleuning.
Het autostoeltje heen en weer bewegen zal ervoor zorgen dat die door de
rugleuning van het voertuig wordt ondersteund.
8. Druk op de Instelknop van de steunpoot (8) en strek de poot uit tot die de
deur van het voertuig aanraakt.
9. Trek de Steunpoot (3) uit naar de volgende vergrendelpositie om optimale
krachtoverdracht te verzekeren.
10. De Steunpootindicator (9) wordt nu GROEN wanneer de steunpoot correct
is geplaatst op de vloer van het voertuig.
NL
19