Milieuspecificaties
Classificaties
Indien niet in werking: (Transport en opslag)
Temperatuur:
-25 °C tot 70 °C (-13 °F tot +158 °F)
Vochtigheid:
5 % tot 100 % R.V.
Luchtdruk:
48 kPa tot 110 kPa (6,96 psi -16 psi)
In werking:
(Het systeem voldoet mogelijk niet aan alle prestatie-eisen als het niet onder de
volgende omstandigheden wordt gebruikt.)
Temperatuur:
+10 °C tot +40 °C (+50 °F tot +104 °F)
Vochtigheid:
20 % tot 90 % R.V., niet-condenserend
Luchtdruk:
69 kPa tot 110 kPa
Bescherming tegen elektrische schokken: De geïntegreerde continue
batterijoplader is conform IEC/EN 60601-1 tweede/derde editie ontworpen als
klasse-1-apparaat voor gebruik met apparatuur met
toegepaste onderdelen van type BF.
Brandbare anesthetica: De geïntegreerde continue batterijoplader
is niet geschikt voor gebruik in de aanwezigheid van een brandbaar anesthetisch
mengsel met lucht, zuurstof of lachgas.
Bescherming tegen het binnendringen van vloeistoffen: De batterijoplader
is conform IEC/EN 60601-1 tweede/derde editie geclassificeerd als
druppelbestendige apparatuur. Het is voorzien van een behuizing die voorkomt
dat de veilige werking van de injector door neerdalende vloeistoffen (druppels)
wordt ondermijnd en heeft als zodanig het IPX2-predikaat.
Bediening: De bedieningswijze voor de bedieningsruimte-unit is conform
IEC/EN 60601-1 tweede/derde editie continu met intermitterend laden. Bij
normale belasting werkt de bedieningsruimte-unit gedurende een onbeperkte
periode zonder dat zich uitzonderlijk hoge temperaturen ontwikkelen.
De bedieningswijze voor de scannerruimte-unit is continue werking met
intermitterend laden. Hoewel er constant elektriciteit wordt toegevoerd naar de
scannerruimte-unit, zal intermitterend gebruik voor vullen en injecteren leiden
tot een binnentemperatuur die lager is dan de bedrijfstemperatuur bij constante
belasting, maar hoger dan de bedrijfstemperatuur zonder belasting. Onder
normale bedrijfsomstandigheden met minimaal 10 minuten tussen injecties zal
de binnentemperatuur van de scannerruimte-unit niet zo hoog worden dat de
prestatie of betrouwbaarheid van het systeem wordt aangetast.
183
3 Specificaties