3.7 INSTALLATIE VAN DE REDUCTIEMOTOR
a
Een onjuiste installatie kan ernstig letsel veroorzaken bij
degene die de werkzaamheden uitvoert en bij personen
die gebruikmaken van de installatie.
Voordat u begint met de montage van de automatisering,
dient u de voorafgaande controles uit te voeren
die worden beschreven in paragraaf "Controles
voorafgaand aan de installatie" en "Gebruikslimieten
van het product".
Als er al een bevestigingsoppervlak bestaat:
open de kast van de slagboombarrière
1.
15
leg de slagboombarrière neer op het bevestigingsoppervlak
2.
en teken de punten waar de uitsparingen zullen worden
geplaatst
16
verplaats de slagboombarrière en boor het oppervlak in
3.
de punten die u net heeft getekend
steek er 4 expansieverankeringen in, niet bijgeleverd
4.
doe de slagboombarrière goed op zijn plaats en blokkeer
5.
hem met speciale moeren en borgringen, die niet zijn
bijgeleverd.
17
Als er nog geen bevestigingsoppervlak bestaat:
maak de funderingsput om de funderingsplaat vast te
1.
zetten
Het
bevestigingsoppervlak
Opmerking
horizontaal en glad zijn. Als het oppervlak van beton
is, moet dit een dikte van minstens 0,15 m hebben, en
moet het goed zijn versterkt met wapeningskorven. Het
volume van het beton moet meer zijn dan 0,2 m
dikte van 0,25 m komt overeen met 0,8 m
aan een vierkant oppervlak van circa 0,9 m per zijde). De
bevestiging op het beton kan worden uitgevoerd m.b.v.
4 expansieverankeringen, die beschikken over 12 MA
schroeven en die bestand zijn tegen een trekkracht
van minstens 400 kg. Als het bevestigingsoppervlak
van een ander materiaal is, dient u de consistentie
ervan te evalueren en te controleren of de vier
verankeringspunten bestand zijn tegen een lading van
minstens 1000 kg. Gebruik voor de bevestiging 12 MA
schroeven.
plaats de kabelgoten voor de doorgang van de
2.
elektriciteitskabels
bevestig de vier verankeringsbouten op de funderingsplaat
3.
(A) door op ieder van deze een (bijgeleverde) moer en
een borgring aan de bovenzijde en aan de onderzijde van
de plaat te zetten
m
De onderste moer moet worden vastgedraaid tot aan het
einde van de schroefdraad.
18
B
moet
volledig
(een
3
, ofwel gelijk
2
A
NEDERLANDS – 255