4.
Werken met het hoogfrequentiechirur-
gieapparaat GN060
4.1
Opstellen
Accessoires aansluiten
Gevaar voor verwondingen door ontoelaatbare
configuratie bij gebruik van andere componenten!
►
GEVAAR
Let erop dat de classificatie van alle gebruikte
componenten overeenstemt met de classificatie
van het toepassingsdeel (bijv. type BF of type
CF) van het toegepaste apparaat.
Combinaties van accessoires die niet in deze gebruiksaanwijzing worden
vermeld, mogen uitsluitend worden gebruikt als ze uitdrukkelijk voor de
beoogde toepassing bestemd zijn. De vermogenskenmerken en veilig-
heidsaspecten mogen daarbij niet nadelig worden beïnvloed.
Alle configuraties moeten voldoen aan de basisnorm IEC/DIN
EN 60601-1. De persoon die apparaten met elkaar verbindt, is verant-
woordelijk voor de configuratie en moet ervoor zorgen, dat voldaan wordt
aan de basisnorm IEC/DIN EN 60601-1 of de betreffende nationale nor-
men.
Levensgevaar voor patiënten en gebruikers door
onbedoeld onder stroom brengen van een instru-
ment!
GEVAAR
►
Vergewis u ervan dat op iedere uitgangsbus
maximaal één naar een patiënt lopende kabel is
aangesloten.
De isolatie van het accessoire (bijv. HF-kabel, instrumenten) moet vol-
doende bemeten zijn voor de maximale uitgangspiekspanning, zie IEC/
DIN EN 60601-2-2.
►
Als u nog vragen hebt, kunt u contact opnemen met uw B. Braun/
Aesculap-partner of de Technische Service van Aesculap, adres zie
Technische dienst.
Voedingsnet aansluiten
Levensgevaar door elektrische schok!
►
Sluit dit product uitsluitend aan op een voe-
dingsnet met randaarde.
GEVAAR
►
Stel het apparaat zo op, dat een scheiding van
het netsnoer probleemloos mogelijk is.
Opmerking
Voor de inbedrijfname van het apparaat moet worden gecontroleerd, of de
op de netstekker van het apparaat aangegeven spanning overeenstemt met
de netspanning. Om de instelling te wijzigen, zie Spanningsinstelling.
Het HF-apparaat GN060 mag alleen met wisselstroom van 50 Hz tot
60 Hz worden gebruikt. De netspanning mag tussen 100 V en 120 V of
tussen 220 V en 240 V liggen. Het spanningsbereik wordt bij de netin-
gangsstekker aan de achterkant van het apparaat voorgeselecteerd. Het
netsnoer mag alleen in een volgens de voorschriften gemonteerd geaard
stopcontact worden gestoken (zie hiervoor VDE 0107).
Om te zorgen dat het apparaat bedrijfsklaar wordt, voert u de volgende
stappen uit:
►
Verbind het HF-apparaat via het netsnoer met de netspanning (led 1
gaat branden).
►
Sluit de bipolaire kabel aan op bus 14 resp. 15.
►
Sluit de voetschakelaar aan op bus 16.
►
Gebruik toets 3 (led 1 en led 2 branden).
Het HF-apparaat is bedrijfsklaar.
Opmerking
Het scheiden van het netsnoer van het apparaat kan in de zin van de IEC-
norm ook worden beschouwd als een veilige afkoppeling van het net. Bij het
opstellen van het apparaat moet u erop letten, dat het probleemloos moge-
lijk is de netstekker los te koppelen.
4.2
Functionele test
►
Het HF-apparaat aansluiten op de netspanning.
De groene led 1 moet branden.
►
Gebruik de "Apparaat-aan/uit"-toets 3.
Led 2 moet branden. Alle leds gaan kort branden en de segmenten van
het display worden kort verlicht.
Bij HF-apparaten met de optie "inschakelautomaat": in het display ver-
schijnt kort de indicatie "AU".
Uitgaande van de basisinstellingen is het HF-apparaat ca. 1 s na de
activering van de toets te bedienen.
De leds 5 en 18 branden in het meldingenveld.
In het display moet "0.1" als dosiswaarde worden weergegeven.
►
Gebruik de "+"-toets 10.
De dosiswaarde moet tot 9.9 kunnen worden verhoogd.
►
Gebruik de "-"-toets 7.
De dosiswaarde moet tot 0.1 kunnen worden verlaagd.
►
Gebruik de toets 4.
Om de "Macro"-modus te melden, moet led 6 in het meldingenveld
branden. Als dosiswaarde moet "01" worden weergegeven.
De dosiswaarde kan met de "+"-toets 10 en de "-"-toets 7 naar wens
tussen de grenswaarden "01" en "50" worden ingesteld.
►
Bij ingebouwde optie "inschakelautomaat": Gebruik de toets 19.
De wijze van activering moet worden gewijzigd. De activeringswijze
wordt met led 17 of led 18 weergegeven.
►
Geheugenfuncties controleren, zie Apparaatinstellingen opslaan en zie
Opgeslagen apparaatinstellingen oproepen.
►
Sluit de voetschakelaar aan op bus 16 en gebruik hem.
De akoestische en optische bedrijfsindicators 9 moeten reageren.
117