Optie
Verklaring
b Eindapparaat met internet-
Naar My Por-
sche
verbinding
e
U wordt direct doorgestuurd
naar de aanmeldpagina van
uw Porsche ID-account.
b Eindapparaat zonder inter-
Meer opties
netverbinding
e
Met een eindapparaat dat
over een internetverbinding
beschikt, de weergegeven
QR-code scannen of de
weergegeven URL handma-
tig in de browser invoeren.
e
Voer in de website van uw Porsche ID-account
de aanmeldgegevens in (Porsche ID en wacht-
woord).
Informatie
Na de succesmelding op de Porsche website kan
de registratie in de HEM tot 2 minuten duren. Klik
nergens totdat ook in de HEM Webtoepassing de
succesvolle koppeling is bevestigd.
7. Thuisinstallatie: Netfasen instellen
Stel het aantal beschikbare netfasen van de thuis-
aansluiting in.
Optie
Verklaring
Enkele fase
Er wordt slechts één fase ge-
bruikt.
Gedeelde fa-
Eenfase-driedraadsnetwerk
sen
Driefasig
Er worden 3 fasen gebruikt.
8. Thuisinstallatie: Stroomomvormer toe-
wijzen
De mogelijke aansluitposities van de stroomomvor-
mer worden hier in een tabel weergegeven.
De Aansluitpositie op het apparaat (CTx, waarbij x
= 1–12) moet voor elke stroomsensor afzonderlijk
worden vastgelegd.
Die aansluitposities moeten worden geactiveerd en
geconfigureerd waarbij op het apparaat zelf de
stroomsensorkabels zijn aangesloten (nummering op
het apparaat van rechts naar links 1–12). Bovendien
moet worden vastgelegd welke fase wordt gemeten
met de stroomsensor.
Informatie
Er kunnen maximaal twaalf stroomsensoren worden
aangesloten en geconfigureerd. Daardoor is controle
van hoofdleidingen en leidingen naar de onderverde-
lingen en een PV-installatie mogelijk.
b De aansluitposities van alle aangesloten senso-
ren werden bij het apparaat gecontroleerd.
1. Activeer in de tabel de stroomsensoren die voor
de bewaking moeten worden gebruikt.
2. Voer deze overeenkomstige instellingen voor elke
stroomsensor uit:
Start de eerste installatie
Kolom
Verklaring
Actief
Aansluitpositie is ac-
tief
Aansluitpositie
Aansluitpositie op
het apparaat
Zie de aanduidingen
op apparaat 1 — 12
van rechts naar links.
Fase
Opgeven van de fase
die door de stroom-
sensor op de aange-
geven aansluitpositie
(CTx) wordt geme-
ten.
Stroomsensor
Omschrijving van
de geïnstalleerde
stroomomvormer.
Controleer bij twij-
fel de markering
van de geïnstalleerde
stroomomvormer.
Stroombegrenzing [A]
Opgave van de
stroombegrenzing
van de kabelzekering
waarop de stroom-
sensor is aangeslo-
ten.
De waarde mag
maximaal de nomi-
nale stroom van de
zekering van de kabel
bedragen waarop de
237