GEVAAR
Minimumgrens inbrengen zadelpen
Om structurele en veiligheidsredenen is het bij het gebruik van het product ten strengste verboden de zadelpen verder uit
de zadelbuis van het frame te trekken dan de daarop aangegeven grenswaarde, om het risico op structuurbreuken van het
rijwiel en ernstig letsel te vermijden.
De correcte en veilige plaatsing van de zadelpen in de zitbuis van het frame wordt bevestigd door het uitvoeren van een
plaatsingsprocedure die de zichtbaarheid van de betreffende markering en/of grafische aanduiding van de minimale
inbrenglimiet uitsluit; zie:
Installatie pedalen
Zoek het rechterpedaal (gemarkeerd met de letter R) en het linkerpedaal (gemarkeerd met de letter L).
Monteer het rechterpedaal (R) door de schroefdraadpen van het pedaal in de betreffende crank aan de rechterkant van het
rijwiel te steken en het rechtsom (in de richting van het voorwiel draaien) vast te draaien met een steeksleutel van 15 mm.
Monteer het linkerpedaal (L) door de schroefdraadpen van het pedaal in de betreffende crank aan de linkerkant van het
rijwiel te steken en het linksom (in de richting van het voorwiel draaien) vast te draaien met een steeksleutel van 15 mm.
OPGELET
Controleer regelmatig of de verschillende boutonderdelen, bevestigingsschroeven, snelspanners en steekassen goed zijn
vastgedraaid en controleer in het algemeen of alle onderdelen in orde zijn.
Moeren en alle andere zelfspannende bevestigingsmiddelen kunnen hun efficiëntie verliezen, daarom is het noodzakelijk om
deze onderdelen periodiek te controleren en vast te draaien.
De waarden van de aanbevolen aanhaalmomenten voor de bevestiging van de specifieke onderdelen/componenten die op
het product aanwezig zijn (bijv. stuur, stuurbevestiging, stuurpen, zadel, zadelpen, wielen, etc.) vindt u op de desbetreffende
onderdelen. Voor alle andere bevestigingen moet worden uitgegaan van een gemiddelde waarde van 20Nm.
De controle van de correcte aanscherping van onderdelen/componenten door middel van hendelsystemen (snelspanner,
stuurbevestiging, zadelpenklem, enz.) kan bij gebrek aan nauwkeurige technische aanduidingen van de betreffende waarden
worden uitgevoerd door te testen of het onderdeel/component dat wordt bevestigd niet beweeglijk en/of instabiel bij een
krachtige poging voor verwijdering en/of losmaken (stuur, zadelpen, wielen, enz.) en door te controleren of de klemhendel bij
het sluiten voldoende weerstand biedt (zodat een afdruk achterblijft op de handpalm die wordt gebruikt om de hendel aan te
spannen, de zogenaamde "imprint on palm") en of er na de sluiting een aanzienlijke kracht moet worden uitgeoefend om de
hendel te kunnen openen.
Achterlicht
Het LED-achterlicht is reeds gemonteerd op het uiteinde van het bagagerek achter.
De in- en uitschakeling kunnen handmatig gebeuren door middel van de betreffende knop op het licht zelf.
259