Descargar Imprimir esta página

RIDGID SeekTech SR-60 Manual De Instrucciones página 225

Ocultar thumbs Ver también para SeekTech SR-60:

Publicidad

Bedieningstips voor passieve leidingtracering
1.
Als u naar een gekende leiding zoekt met de passieve lei-
dingtraceermethode, dient u de beste frequentie te ge-
bruiken voor de leiding in kwestie. Dat kan bijvoorbeeld
50/60 Hz (1) zijn voor een stroomleiding, of het kan blijken
dat 50/60 Hz (9) een meer betrouwbare respons genereert
op een bepaalde leiding.
2.
Bij het zoeken naar een kathodebeveiligde buis in passieve
modus, dient u hogere frequenties (hoger dan 4 kHz) te ge-
bruiken om harmonischen op te pikken.
3.
Denk eraan dat buizen stromen kunnen voeren die worden
gedetecteerd bij een passieve tracering, net als kabels; de
enige garantie voor een correcte lokalisering bestaat erin de
leiding bloot te leggen en visueel te inspecteren.
4.
Over het algemeen is passieve leidingtracering minder be-
trouwbaar dan actieve leidingtracering omdat actieve lei-
dingtracering de positieve identificatie van het signaal van
de zender biedt.
5.
Vooral bij passieve leidingtracering geldt dat weten dat je
iets gevonden hebt niet hetzelfde is als weten wat je gevon-
den hebt. Het is belangrijk al de beschikbare indicatoren te
gebruiken, zoals Gemeten Diepte, Signaalsterkte, enz., om
de lokalisering te bevestigen. Als het mogelijk is een ge-
deelte van een passief gelokaliseerde kabel te bereiken, kan
hij worden bekrachtigd met een zender om vervolgens po-
sitief te worden getraceerd.
6.
Terwijl passieve leidingtracering meestal wordt gebruikt
op 50/60 Hz-stroomleidingen, kunnen andere kabels zoals
telefoonleidingen, kabeltelevisieleidingen, enz. worden
bekrachtigd in bedrijf, of door vluchtige radiofrequen-
ties in de regio en daardoor ook zichtbaar zijn bij passieve
leidingtraceringen.
7.
Verifieer een passieve lokalisering door een gekend eind-
punt te zoeken en er een zender aan te bevestigen om ver-
volgens een actieve lokalisering op de leiding uit te voeren,
als dat mogelijk is.
Sonde-opsporing
De SR-60 kan worden gebruikt voor het lokaliseren van het sig-
naal van een sonde (zender) in een buis, zodat de ligging van die
buis kan worden bepaald boven de grond. Sondes kunnen wor-
den aangebracht op een probleempunt in de buis met behulp
van een cameraduwstang of -kabel. Ze kunnen ook doorheen de
buis worden gespoeld. Een sonde wordt vaak gebruikt voor het
lokaliseren van niet geleidende buizen of leidingen.
Signaalsterkte is de hoofdfactor bij het bepalen van
de positie van de sonde. Zorg ervoor dat u de signaal-
sterkte laat pieken alvorens een zone te markeren
voor graafwerken.
In wat volgt wordt ervan uitgegaan dat de sonde zich
in een horizontale buis bevindt, dat de grond onge-
veer waterpas is en dat de SR-60 wordt vastgehouden
met de antennemast verticaal.
Het veld van een sonde vertoont een andere vorm dan het cir-
kelvormige veld rondom een lange geleider zoals een buis of
een kabel. Het is een dipoolveld zoals het veld rondom de aarde,
met een noordpool en een zuidpool.
Figuur 33: Het dipoolveld van de aarde
In het veld van de sonde detecteert de SR-60 de punten aan
beide uiteinden waar de veldlijnen naar beneden buigen naar
de verticale, en hij markeert die punten op de kaartweergave
met een "pool"-pictogram (
90 graden t.o.v. de sonde, gecentreerd tussen de polen, die de
"0-lijn" wordt genoemd en kan worden vergeleken met de eve-
naar op een wereldkaart, als je de planeet zijdelings zou bekij-
ken (Zie Figuur 33).
Noteer dat het signaal stabiel blijft ongeacht de oriëntatie, dank-
zij de omnidirectionele antennes van de SR-60. Dat betekent dat
het signaal gelijkmatig zal toenemen bij het benaderen van de
sonde, en gelijkmatig zal afnemen bij het wegbewegen van de
sonde.
Opmerking: Een pool bevindt zich daar waar de veldlij-
nen verticaal worden. De 0-lijn bevindt zich waar de veld-
lijnen horizontaal zijn.
Ridge Tool Company
SeekTech SR-60
BELANGRIJK!
). De SR-60 toont ook een lijn op
223

Publicidad

loading