NL
In Afbeelding 8 vindt u het aansluitschema van de externe signalen 0-10V en PWM.
Zoals op te maken valt uit de afbeelding, delen de 2 signalen dezelfde klemmen van
het klemmenbord en sluiten ze elkaar dus wederzijds uit. Als u een analoog
stuursignaal wilt gebruiken, moet het type van dit signaal
worden ingesteld vanuit het menu (zie par. 10). Verdere
informatie en details over het gebruik van de analoge ingang
en PWM zijn beschikbaar en kunnen worden gedownload
door
hier
te klikken of door deze QR-code te scannen:
6.2.4.
Uitgangen
Onder verwijzing naar Afbeelding 9 zijn de volgende digitale uitgangen beschikbaar:
Uitgang
Klemnr
1
OUT1
2
3
4
OUT2
5
6
Tabel 4: Uitgangen OUT1 en OUT2
Afbeelding 9: Uittrekbaar 6-polig klemmenbord:
aansluitvoorbeeld van de uitgangen
Type
Gekoppelde functie
contact
NC
Alarmen
in
het
COM
aanwezig/afwezig
NO
NC
COM
Pomp in bedrijf/ Pomp gestopt
NO
NEDERLANDS
De uitgangen OUT1 en OUT2 zijn beschikbaar op het uittrekbare 6-polige klemmenbord, zoals
gespecificeerd in Tabel 4 waar ook het type contact wordt vermeld (NC = rustcontact , COM =
gemeenschappelijk , NO = arbeidscontact). De elektrische kenmerken van de contacten zijn
te vinden in Tabel 5. In het voorbeeld van Afbeelding 8 gaat het licht L1 branden wanneer er
een alarm in het systeem aanwezig is, en gaat het uit wanneer er geen enkele storing wordt
geconstateerd. Het licht L2 gaat branden als de pomp in bedrijf is, en gaat uit wanneer de pomp
stilstaat.
Max. getolereerde spanning [V]
Max. getolereerde stroom [A]
Max.
aanvaardbare
[mm²]
6.3.
Aansluitingen voor gecombineerde systemen
Voor een goede werking van het gecombineerde systeem is het
noodzakelijk dat alle externe aansluitingen van het uittrekbare 13-
polige klemmenbord parallel worden aangesloten tussen de 2
EVOPLUS pompen, volgens de nummering van de afzonderlijke
klemmen.
7.
START
Alle werkzaamheden voor het starten moeten worden verricht met het
deksel van het EVOPLUS bedieningspaneel gesloten!
Start het systeem alleen wanneer alle elektrische en hydraulische
systeem
verbindingen voltooid zijn. Laat de circulatiepomp niet werken als er
geen water in het systeem aanwezig is.
Il fluid De vloeistof in het systeem kan een hoge temperatuur hebben
en onder druk staan, maar bovendien aanwezig zijn in dampvorm.
GEVAAR VOOR VERBRANDING! Het is gevaarlijk de circulatiepomp
aan te raken. GEVAAR VOOR VERBRANDING!
66
Kenmerken van de uitgangscontacten
250
5
2,5
kabeldoorsnede
2,5
Tabel 5: Kenmerken van de uitgangscontacten
Bij resistieve belasting
Bij inductieve belasting