NL
5.
Vóór het eerste ingebruiknemen
Alle schroefverbindingen en de bougiedop con-
troleren, vooral de bevestiging van de messenbalk
(zie hoofdstuk „naslijpen en verwisselen van de
messenbalk" ). De schroeven vaster aandraaien,
indien nodig! Na ongeveer 20 bedrijfsuren schroef-
verbindingen opnieuw controleren! Men moet er
beslist op letten, dat de beveiligings-inrichtingen
behoorlijk gemonteerd en niet beschadigd zijn!
Olie invullen 8
– Vóór de eerste start 0,5 liter motorolie (zie tech-
nische gegevens) met een trechter na het
losschroeven van de oliepeilstok in deze opening
vullen.
– Olie langzaam tot het maximummerk op de peil-
staaf vullen. Niet te vol maken.
– Olieniveau controleren.
Oliepeilstaaf verwijderen. De peilstaaf met een
schone lap afvegen en dan tot de aanslag
erin draaien. Daarna de peilstaaf er weer uit-
trekken en het olieniveau aflezen. Bij lopende
motor de peilstaaf altijd vast in de opening
geschroefd zijn.
– Oliepeilstok weer insteken en vastdraaien.
Brandstof invullen
W
Bij het hanteren met brandstof is bijzondere
voorzichtigheid vereist.
Niet tanken als de motor heet is! Laat de
motor nooit in een gesloten ruimte draaien
(vergiftigingsgevaar!).
– Voor het vullen van de tank alleen verse en
schone loodvrije benzine gebruiken.
W
Tijdens het werken met benzine is roken
verboden.
– Benzinedop losdraaien.
– Brandstof m. b. v. een trechter tot max. onderkant
van de vulpijp invullen.
W
NIET laten
overlopen!
– Benzinedop weer aanbrengen en vastdraaien.
Starten van de motor 9 + =
6.
De motor mag alleen vanuit de rechter kant van
de grasmaaier worden gestart. In elk geval de
maaier op een effen niet met hoog gras begroeide
vlakte plaatsen (is het gras te lang wordt daardoor
het aanlopen van de messenbalk belemmerd
en het starten moeilijk). Waar dit niet mogelijk is, de
grasmaaier zo schuin opstellen, dat het snijwerktuig
in de van de gebruiker afgekeerde richting wijst.
– Bij een koude motor de bedieningshendel voor
de motor (1) (op de stang) in de stand „Start" (2)
schuiven.
– De veiligheidsschakelbeugel (4) op bovendeel
van de stang (5) durkken en vasthouden.
– Startkabel (6) met een flinke ruar buiten trekken.
– De motor begint te lopen. Daarna kabel lang-
zaam teurg laten glijden.
28
– De startprocedure moeten eventueel worden
herhaald.
– Na de start hefboom (1) in positie „Max" (3)
brengen.
– Is de motor warm, hefboom (1) in positie
„Max/Start" (3) brengen en motor starten zoals
omschreven.
– Begint de motor niet de draaien, gaat men te
werk als omschreven voor de start van een koude
motor.
– Zodra de motor aangeslaat, hefboom van
de schakel kast in positie „Max/Start" (3)
brengen. In deze stand werkt de motor
met zijn grootste vermogen bij maximaal
toerental. Dit is noodzakelijk om een exact
maairesultaat te krijgen (toerental motor =
toerental messen).
PAS OP
W
De motor draait alleen wanneer de veiligheids-
schakelbeugel op het bovengedeelte van
de stang gedrukt wordt. Op het moment dat
de schakelbeugel wordt losgelaten, wordt
deze door de veerkracht weer omhoog
geklapt in zijn uitgangspositie, waardoor
de motorrem wordt ingeschakeld en het
maaiwerk binnen enkele seconden tot
stilstand komt.
ATTENTIE
De motorrem is om veiligheidsredenen wettelijk
voorgeschreven.
ATTENTIE
W
Zodra de motor draait, werkt ook het maai-
werk! Let erop dat noch een voet noch een
hand onder het huis raakt! Als u de maaier
alleen laat staan (b. v. om de vangzak leeg te
maken) moet de motor in elk geval worden
afgezet! Bij werkzaamheden aan het apparaat
moet bovendien de bougiedop afgetrokken
werden!
7.
Het maaien
Houdt u zich voor uw eigen veiligheid bij het bedie-
nen van de maaier aan de bovenvermelde veilig-
heidsvoorschriften.
Om motorschade te vermijden, mag de maaima-
chine niet worden gebruikt op hellingen met een
hoek van meer dan 27°. Als dat toch gebeurt,
kan smeerstofgebrek optreden.
Bedrijf met opvangzak
ATTENTIE
W
Het openen van de uitstootklep, het verwijde-
ren van de beveiligingsinrichting en van de
grasvangzak mag slechts geschieden als de
motor is afgezet.
Let u er bij het maaien op, dat de opvangzak op tijd
wordt leeggemaakt.
Het turbosignaal op de opvangzak geeft
het juiste tijdstip aan om de zak leeg te
maken.