5 - Als het vermogen van de eerste vlam gewijzigd moet worden, gebruik dan de NOK III.
Alle wijzigingen van de stelschroef van het 0 PUNT doen ook het maximale gasdebiet variëren.
6 - Breng de servomotor nogmaals op de maximale opening en controleer opnieuw het maximale vermo-
gen, met behulp van de stelschroef van de GAS/LUCHT VERHOUDING.
7 - Draai de servomotor nogmaals in de positie van de eerste vlam en stel opnieuw het vermogen af, door
alleen de stelschroef van het 0 PUNT te gebruiken.
8 - Herhaal de handelingen (6) en (7) totdat de stelschroeven van de GAS/LUCHT VERHOUDING en van
het 0 PUNT niet meer bijgesteld hoeven te worden.
9 - Controleer de verbrandingswaarden op gemiddeld vermogen en stel, indien nodig, de stelschroeven
van de GAS/LUCHT VERHOUDING en van het 0 PUNT nogmaals bij.
Ten einde, na gecontroleerd te hebben of de brander een goede ontsteking en een goede stabiliteit
van de vlam heeft, de automatische werking selecteren door de keuzeschakelaar in de stand "AUT" te
zetten: de modulatie vindt plaats tussen de ijkstand van de NOK III en die van de NOK I.
2891
13
NL