Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Bandsoortenkeuze
Kies met de toetsen tape selector 15, 16 en 17 de gewenste
bandsoort. De tabel op pagina 3 helpt u bij de keuzebepaling
van de bandsoort.
Musicassetten worden overeenkomstig de opgave op de cassette
in de schakelaar-stand fe respectievelijk cr afgespeeld. Is op.
de cassette geen opgave aanwezig over de bandsoort dan
wel de stand van de schakelaar, dan kiest u altijd de schakelaar-
stand fe
DO Dolby NR
Het Dolby ruisonderdrukkingssysteem vermindert de aan het
systeem gebonden bandruis, en vergroot daardoor de dynamiek
van de opname.
Bij het weergeven van Dolby-cassette opnamen, gekenmerkt
met de aanduiding DÉI of van eigen-opnamen met Dolby-toe-
passing, zoals beschreven op pagina 13, bedient u de toets
Dolby NR 18 . Het ingebouwde Dolby-systeem werkt au-
tomatisch en behoeft bij gebruik van de op de pagina 3 ge-
noemde — en vergelijkbare banden geen nadere instelling.
Het signaal van een 400 Hz Dolby-test-cassette geeft op de
niveau-indikatoren een uitsturing aan van са. +3 dB.
Teller
De teller tape counter 11 dient voor het registreren en snel
terugvinden van bepaalde punten op de band. Hij werkt zowel
bij opname en afspelen , als bij snel heen- en terugspoelen.
Wij raden U aan, bij het begin van de band de teller op "000"
te zetten met toets 12.
Wanneer U aan het begin van een
nieuwe opname de tellerstand noteert, kunt U dit punt later
altijd makkelijk weer terugvinden.
Plaatsen en uitnemen van de cassette
Legt u de cassette zo in, dat de band naar onder wijst. Plaats
eerst de bovenzijde van de cassette en draai deze in vertikale zin
tot de cassette merkbaar op zijn goede plaats klikt.
In elke willekeurige bedrijfstoestand kan de cassette direkt uit
de houder worden genomen, zonder eerst de stop-toets 4 te
bedienen. De beide toetsen 2 en 10 zorgen ervoor, dat de
bandioop onmiddellijk wordt onderbroken, wanneer de cas-
sette uit het apparaat wordt genomen. De opname/weergave
kop wordt hierbij eveneens onmiddellijk verwijderd
De bedrijfsfunkties "snel opspoelen" »» 8 en "snel terug-
spoelen" <4 7, evenals de start van de weergave met toets
> 6 kunnen direkt worden gekozen, zonder tussentijdse be-
diening van stop-toets 4 .
Start
De weergave (c.q. de bandloop)
wordt met de toets » 6 gestart
Stop
De toets stop 4 schakelt alle funkties — uitgezonderd pause 9
— uit.
Pauze
Voor opnamevoorbereiding en voor kortstondige onderbreking
van opname of weergave dient de toets pause 9. De ervoor
ingestelde functie blijft gehandhaafd.
Door de toets nogmaals in te drukken wordt де bandloop weer
gestart.
Snel bandtransport
44 7. Looprichting rechts — links
»» 8 Looprichting links —rechts
De functies "пе! opspoelen' P en "snel terugspoelen" ««
dienen voor het omspoelen en terugvinden van bepaalde gedeel-
ten van de band.
Bij weergave kunnen deze toetsen direkt worden gebruikt. Bij
'opname moet eerst de toets stop 4 worden ingedrukt.
Uitschakel-automaat
Het apparaat is uitgerust met een elektronische bandloopkon-
trole, die zeer snel de bandloop uitschakelt. Deze automaat
werkt onafhankelijk van de cassette en van schakelfolie.
Eigen cassette-opnamen
Aan de aanwijzingen voor de weergave van cassetten, hiervoor
beschreven, is voor het opnemen van banden nog het volgende
toe te voegen:
*
Bandsoort
kiezen, zie hoofdstuk '"'Bandsoortenkeuze'' op
pag. 13.
+ DolbyNR18 inschakelen.
+
Teller
11 door indrukken van de toets reset 12 op "000"
zetten.
Voorbereiding en uitsturing van de bandopname
Druk de toetsen pause 9 en record 5 in deze volgorde
in
Aanduiding record 14 geeft de instelling opname optisch
aan.
De uitsturing van de band-opname regelt u in met de beide
regelaars
record level L/R
19 .
Regelaar
L
werkt voor
het linker kanaal; regelaar R voor het rechter kanaal. De juiste
uitsturing kontroleert u met де uitsturings-instrumenten.
De quasi-piekwaardige aanduiding maakt optimale bandop-
namen mogelijk.
Een opname is optimaal uitgestuurd, wanneer bij de luidste pas-
sages in het programma de wijzers juist tot aan het begin van
het rode gebied uitslaan.
Kortstondige overschrijding van deze grens beinvloedt de op-
name nog niet nadelig.
Bij een te lage uitsturing wordt de dynamiek van de band niet
geheel benut. Bij een te hoge uitsturing bestaat het gevaar van
hoorbare vervorming bij de weergave.
Het starten van de opname
Door indrukken van de toets pause 9 start u de bandloop,
die nu registratie op de band zal toelaten,
Wilt u een opname over de schakelklok starten, dan moet toets
record 5 worden ingedrukt. Wanneer het cassettedeck door
de schakelklok wordt ingeschakeld start de opname direkt.
Wilt u weergave via de timer inschakelen, dan wordt toets
» 6 ingedrukt.
Waarop u bij de opname van verschillende programmabronnen
bovendien dient te letten, kunt u in de volgende alinea's
lezen.
Grammofoonplaten opnemen
Platenspeler en cassettedeck zijn aangesloten op een stereo-
versterker of «receiver. Schakel in dit geval de ingangskeuze-
schakelaar van de versterker op PHONO.
Opname van radioprogramma's
Als het cassettedeck en de tuner (radio-ontvangerdeel) aan een
hifi-versterker zijn aangesloten, kunnen radioprogramma's
worden opgenomen. De ingangs-keuze schakelaar van de ver-
sterker wordt in de stand TUNER geplaatst
Opnamen van een band-apparaat
Uw cassettedeck en een ander bandapparaat zijn aan de ver-
sterker aangesloten. Band-overspelen is in beide richtingen
mogelijk.
De keuze schakelaar staat in de stand TAPE, waaraan het weer-
gevende bandapparaat is aangesloten.
13
Publicidad
