5920-011-712 Rev-H
Instructies (vervolg)
Aansluiten van een manchet
1. Zorg ervoor dat de pictogrammen KLAAR en
DEFAULT DISPLAY op het informatiescherm
verschijnen.
2. Als de standaardinstellingen voor tijd en druk
acceptabel zijn, sluit dan een vulslang aan op
de pomp. Als de tijd- en drukinstellingen moeten
worden veranderd, raadpleeg dan Aanpassen
van de proceduretijd en doeldrukwaarden.
3. Plaats de manchet om het ledemaat van de
patiënt.
WAARSCHUWING: Sluit de
vulslangconnector van de pomp
alleen aan op de tourniquetmanchet.
Tussen de vulslangconnector van
de pomp en de tourniquetmanchet
kunnen een vulslangverlengstuk
en/of een adapter worden gebruikt.
Zie Definities - Symbolen.
4. Sluit de manchet aan op de vulslangconnector.
5. Vul de manchet en laat deze weer leeglopen,
naar behoeven. Zie Vullen van een manchet.
Vullen van een manchet
WAARSCHUWINGEN:
• De apparatuur moet ALTIJD binnen de
voorgeschreven omgevingswaarden worden
gebruikt. Zie het gedeelte Specificaties.
• Controleer of de tourniquetpomp alleen op de
tourniquetmanchet is aangesloten.
• Bewaak tijdens de operatieve procedure ALTIJD
de manchetdruk en de toepassingsduur. Oefen
GEEN overmatige manchetdruk uit. Gebruik een
manchet NIET gedurende overmatig lange tijd.
Als hier niet aan wordt voldaan, kan dit leiden
tot letsel van de patiënt, inclusief vasculaire
complicaties, neuromusculair of neurologisch
letsel, pijn als gevolg van de tourniquet,
ischemie, veneuze embolie of trombo-embolie,
bloedvattrauma, reperfusieproblemen en
arteriële occlusie, lichte zeurende pijn in het
ledemaat, stijfheid, zwakte, reactieve hyperemie
en huidverkleuring.
• Schakel de pomp NOOIT UIT terwijl de
manchet(ten) gevuld is (zijn). Als u dit toch
doet, zullen de manchetten leeglopen, wat tot
letsel van de patiënt kan leiden.
www.stryker.com
WAARSCHUWINGEN:
• Let met name op overmatig geluid
samenhangend met frequente pompactiviteit.
Bij elk drukverlies compenseert het systeem
de lagere druk. Het kan zijn dat het systeem
er uiteindelijk niet meer in slaagt om de
manchetdruk te handhaven als het drukverlies
aanzienlijk begint toe te nemen. Zie Oplossen
van problemen.
• Los een alarmsituatie ALTIJD eerst op voordat
u doorgaat met het gebruik van de pomp.
Een alarmsituatie wordt aangegeven door een
waarschuwingsdriehoek, een knipperende
waarde voor tijd of druk of een moersleutel-
pictogram met een onderhoudscode. Zie
Oplossen van problemen.
• Als een pompstoring optreedt omdat zowel
de netspanning als de voeding van de interne
batterij uitvalt, blijft een gevulde manchet
gevuld. Laat de manchet leeglopen door de
manchet handmatig los te koppelen.
1. Druk op de knop INFLATE om de geselecteerde
manchet te vullen.
2. Controleer of de geselecteerde manchet tot
aan de doeldrukwaarde wordt gevuld en of de
tijdwaarde oploopt gedurende de periode dat de
manchet gevuld is.
3. Bewaak en beheer de instellingen voor druk en
verstreken tijd. Zie zo nodig Aanpassen van de
proceduretijd en doeldrukwaarden.
OPMERKING: Als een manchet de doeldrukwaarde
bij de eerste keer vullen niet kan bereiken of
handhaven, stop dan met het gebruik van de
manchet. Zie Verwisselen van (of back-up voor)
een enkele manchet.
4. Wanneer de beoogde verstreken manchettijd is
bereikt, ga dan verder met een van de volgende
opties:
• Optie 1 - Druk op de knop DEFLATE om de
geselecteerde manchet te laten leeglopen.
Zie Laten leeglopen van een manchet voor
bijzonderheden.
OPMERKINGEN:
• Zo nodig kunt u daarna op de knop INFLATE
drukken om de manchet opnieuw te vullen tot
aan de hoogste druk die tijdens de procedure
is gebruikt. De verstreken manchettijd begint
opnieuw en gaat verder met het optellen van de
verstreken manchettijd.
• De pomp laat de manchet niet automatisch
leeglopen wanneer de doeltijd is bereikt. U
moet op de knop DEFLATE drukken om de
geselecteerde manchet te laten leeglopen.
NL
17