Geheugentoetsen M1/
5
M2
Risico-indicator
7
Weergaven op het display
Tijd/datum
9
Diastolische druk
11
Symbool hartritme-
13
stoornissen
Gebruikersgeheugen
15
Nummer van de
17
geheugenplaats/
geheugenweergave ge-
middelde waarde ( ),
's ochtends (
),
's avonds (
)
START/STOP-toets
6
Aansluiting voor man-
8
chetstekker (linkerzijde)
Systolische druk
10
Gemeten hartslagwaarde
12
Symbool hartslag
14
Risico-indicator
16
Lucht weg laten lopen
18
(pijl)
Symbool batterijstatus
19
Symbol Bluetooth
®
-over-
20
dracht
6. GEBRUIK
6.1 Ingebruikname
Batterijen plaatsen
• Verwijder het deksel van het batterijvak aan de achterzij-
de van het apparaat
• Plaats de batterijen (zie het hoofdstuk 'Technische gege-
vens'). Plaats de batterijen met de juiste polariteit, zoals
aangeduid
.
A
• Sluit het deksel van het batterijvak.
Als het symbool
continu wordt weergegeven, kan er
geen meting meer worden uitgevoerd. Vervang alle batterij-
en. Zodra de batterijen uit het apparaat worden verwijderd,
moet u de datum en tijd opnieuw instellen. De opgeslagen
meetwaarden gaan niet verloren.
Instellingen configureren
Stel het apparaat voorafgaand aan het gebruik correct in om
alle functies te gebruiken. Alleen zo kunnen uw meetwaarden
met datum en tijd worden opgeslagen en later weer worden
opgevraagd.
Het menu voor de instellingen kunt u op twee manieren ope-
nen:
170
.
A