6.2.3.2
Aansluiting en configuratie
Informatie over de compatibele energieme-
ters vindt u op onze homepage:
https://www.mennekes.org/emobility/know-
ledge/advice-electricians/compatible-me-
ters
Externe energiemeter aansluiten
u Installeer de externe energiemeter in de voor-
geschakelde elektrische installatie.
u Verbind energiemeter en product met elkaar
door middel van een dataleiding.
1 "5.7 Dataleiding (modbus RTU) aansluiten"
[} 20]
Configuratie
Voor het laden in de laadmodi "Laden op zonne-
energie" en "Zonne-energie ondersteund laden"
zijn de volgende instellingen door middel van dip-
schakelaars nodig:
Dipscha-
Vereiste
kelaar
configura-
(bank S1)
tie
4
ON
5
OFF
6
Afhankelijk
van de
energie-
meter
7
ON
Korte beschrijving
Gebruik modbus RTU
Master
n "OFF" = Siemens
PAC1600 7KT1661
n "ON" = TQ Energy
Manager EM 420 /
KOSTAL Smart Ener-
gy Meter
Laden met de laadmodi
"Laden op zonne-ener-
gie" en "Zonne-energie
ondersteund laden" is
geactiveerd.
Configuratietool:
Indien de energiemeter alleen externe verbruikers
moet meten, is bovendien een instelling in de confi-
guratietool vereist (parameter "Meetpunt meter").
1 "6.5.1 Beschrijving van de configuratietool"
[} 34]
Bescherming tegen stroomuitval:
door de aansluiting op een fotovoltaïsche installatie
is automatisch de bescherming tegen stroomuitval
actief. Indien de bescherming tegen stroomuitval
actief is, moet daarnaast de max. stroomsterkte, die
beschikbaar wordt gesteld door de huisaansluiting,
worden ingesteld via de dipschakelaars.
1 "6.2.2 Bescherming tegen stroomuitval" [} 25]
Laadmodus selecteren
Via de knop kan de betreffende laadmodus worden
geselecteerd.
Knop
Ingestelde laadmodus
"Laden op zonne-energie"
"Snelladen"
"Zonne-energie ondersteund laden"
NL
31