MAX HOEK
Gewenste hoek bovenste tolerantiegrens vastleggen.
1. De schroefsituatie kan aansluitend worden opgeslagen.
8.1.2.
Draaihoek
20-7-2020
16.32
Peak: ---
Modus
Verloop
0
Verbinding
Nm
Gegevensoverdracht
Arbeidsproces
1. Functietoets beneden of OK indrukken, eventueel wachtwoord invoeren en met
OK bevestigen.
2. „Modus" selecteren en met OK of functietoets beneden bevestigen.
3. „Hoek" selecteren en met OK of functietoets beneden bevestigen.
4. De volgende instellingen uitvoeren en met OK of de functietoets beneden beves-
tigen:
EENHEDEN
Gewenste eenheid van het draaimoment vastleggen.
VOEGMOMENT
Waarde van het voegmoment vastleggen.
DOELHOEK
Waarde van de gewenste hoek vastleggen.
MIN TOLERANTIE
Draaihoek onderste tolerantiegrens vastleggen.
MAX TOLERANTIE
Draaihoek bovenste tolerantiegrens vastleggen.
DRAAIRICHTING
Aanhaalrichting vastleggen.
BEWAKING
Aansluitende draaimomentmeting activeren of deacti-
veren.
1. Bij aansluitende draaimomentmeting de volgende verdere instellingen uitvoeren
en met OK of de functietoets beneden bevestigen:
MIN DOELWAARDE
Draaimoment onderste tolerantiegrens vastleggen.
MAX DOELWAARDE
Draaimoment bovenste tolerantiegrens vastleggen.
1. De schroefsituatie kan aansluitend worden opgeslagen.
8.2.
VERLOOP
20-7-2020
16.32
Peak: ---
Modus
Verloop
0
Verbinding
Nm
Gegevensoverdracht
Arbeidsproces
i
Er kunnen maximaal 1000 items worden opgeslagen. Vervolgens worden de oudste
items overschreven.
1. Functietoets beneden of OK indrukken, eventueel wachtwoord invoeren en met
OK bevestigen.
2. „Verloop" selecteren en met OK of functietoets beneden bevestigen.
3. Item selecteren.
OK indrukken om details weer te geven.
Om alle items te wissen, functietoets beneden drie seconden ingedrukt houden
en met OK of functietoets beneden bevestigen.
8.3.
SCHROEFSITUATIE
8.3.1.
Schroefsituatie aanmaken
20-7-2020
16.32
20-7-2020
16.32
Peak: ---
Gegevensoverdracht
Arbeidsproces
0
Schroefsituaties
Nm
Instellingen
Informatie
i
Er kunnen maximaal 100 schroefsituaties worden opgeslagen.
1. Functietoets beneden of OK indrukken, eventueel wachtwoord invoeren en met
OK bevestigen.
2. „Schroefsituaties" selecteren en met OK of functietoets beneden bevestigen.
3. „Nieuwe schroefsituatie" selecteren en met OK bevestigen.
4. Met de toetsen Omhoog, Omlaag, Links en Rechts een naam met maximaal vier
cijfers geven.
5. Met OK of functietoets beneden bevestigen.
6. Met de toetsen Links en Rechts selecteren of de schroefsituatie met een wacht-
woord moet worden beveiligd en met OK of functietoets beneden bevestigen.
i
Bij geactiveerd Schroefsituatie WW: het wachtwoord moet bij verkeerd uitge-
voerde aanhaalprocedure worden ingevoerd.
7. Instellingen overeenkomstig meetmodi [} Pagina 88] uitvoeren.
»
Schroefsituatie is opgeslagen.
8.3.2.
Schroefsituatie bewerken
20-7-2020
16.32
20-7-2020
16.32
Peak: ---
Gegevensoverdracht
Arbeidsproces
0
Schroefsituaties
Nm
Instellingen
Informatie
1. Functietoets beneden of OK indrukken, eventueel wachtwoord invoeren en met
OK bevestigen.
2. „Schroefsituaties" selecteren en met OK of functietoets beneden bevestigen.
3. Te bewerken schroefsituatie selecteren en met OK bevestigen.
MODUS
20-7-2020
16.32
Hoek
VERLOOP
20-7-2020
16.32
15-07-20
11:18
60 Nm
19
29-06-20
19:12
44 Nm
19
29-03-20
16:27
73°
19
25-02-20
15:30
200 Nm
19
12-01-20
12:54
63°
19
04-01-20
10:13
11 Nm
19
SCHROEFSITUATIES
NAAM SCHROEFSITUATIE
Nieuwe schroefsituatie
SCH1
A 0 0 0
SCH2
SCH3
SCH4
SCH5
SCHROEFSITUATIES
SCHROEFSITUATIES
Nieuwe schroefsituatie
Activeren
SCH1
Bewerken
SCH2
Details
SCH3
SCH4
SCH5
4. „Bewerken" selecteren en met OK of functietoets beneden bevestigen.
5. Naam bewerken of met OK of functietoets beneden bevestigen.
6. Instellingen bewerken.
8.3.3.
Schroefsituatie oproepen
20-7-2020
16.32
20-7-2020
16.32
Peak: ---
Gegevensoverdracht
Arbeidsproces
0
Schroefsituaties
Nm
Instellingen
Informatie
1. Functietoets beneden of OK indrukken, eventueel wachtwoord invoeren en met
OK bevestigen.
2. „Schroefsituaties" selecteren en met OK of functietoets beneden bevestigen.
3. Gewenste schroefsituatie selecteren en met OK bevestigen.
4. „Activeren" selecteren en met OK of functietoets beneden bevestigen.
5. Aanhaalprocedure overeenkomstig schroefsituatie uitvoeren.
8.3.4.
Schroefsituatie wissen
20-7-2020
16.32
20-7-2020
16.32
Peak: ---
Gegevensoverdracht
Arbeidsproces
0
Schroefsituaties
Nm
Instellingen
Informatie
1. Functietoets beneden of OK indrukken, eventueel wachtwoord invoeren en met
OK bevestigen.
2. „Schroefsituaties" selecteren en met OK of functietoets beneden bevestigen.
3. Te wissen schroefsituatie selecteren.
4. Functietoets beneden indrukken.
5. Wissen met OK of functietoets beneden bevestigen.
8.4.
ARBEIDSPROCES
8.4.1.
Arbeidsproces aanmaken
20-7-2020
16.32
20-7-2020
16.32
Peak: ---
Gegevensoverdracht
Arbeidsproces
0
Schroefsituaties
Nm
Instellingen
Informatie
FILTERMODUS
FILTERMODUS
SCH1
SCH2
Draaimoment
Doel
Doel
Bewaking
Bewaking
Hoek
SCH3
SCH4
Doel
Doel
Bewaking
Bewaking
SCH5
SCH6
Doel
Doel
Bewaking
Bewaking
i
Er kunnen maximaal 10 arbeidsprocessen worden opgeslagen.
ü Schroefsituaties zijn aangemaakt.
1. Functietoets beneden of OK indrukken, eventueel wachtwoord invoeren en met
OK bevestigen.
2. „Arbeidsproces" selecteren en met OK of functietoets beneden bevestigen.
3. „Nieuw arbeidsproces" selecteren en met OK bevestigen.
4. Met de toetsen Omhoog, Omlaag, Links en Rechts een naam met maximaal vier
cijfers geven.
5. Met OK of functietoets beneden bevestigen.
6. Met de toetsen Links en Rechts selecteren of het arbeidsproces met een wacht-
woord moet worden beveiligd en met OK of functietoets beneden bevestigen.
i
Bij geactiveerd Arbeidsproces WW: het wachtwoord moet bij verkeerd uitge-
voerde aanhaalprocedure worden ingevoerd.
»
Arbeidsproces aangemaakt.
7. Positie voor aan te maken schroefsituatie selecteren en met OK bevestigen.
8. „Draaimoment" of „Hoek" selecteren om opgeslagen schroefsituaties te filteren
en met OK of functietoets beneden bevestigen.
9. „Schroefsituaties" selecteren en met OK aan arbeidsproces toevoegen. Details
over de schroefsituatie kunnen met de functietoets beneden worden weergege-
ven.
10. Meer Schroefsituaties toevoegen.
11. Na voltooiing: functietoets boven indrukken om het Arbeidsproces op te slaan.
8.4.2.
Arbeidsproces bewerken
20-7-2020
16.32
20-7-2020
16.32
Peak: ---
Gegevensoverdracht
Arbeidsproces
0
Schroefsituaties
Nm
Instellingen
Informatie
1. Functietoets beneden of OK indrukken, eventueel wachtwoord invoeren en met
OK bevestigen.
2. „Arbeidsproces" selecteren en met OK of functietoets beneden bevestigen.
3. Te bewerken Arbeidsproces selecteren en met OK bevestigen.
4. „Bewerken" selecteren en met OK of functietoets beneden bevestigen.
5. Naam bewerken of met OK of functietoets beneden bevestigen.
i
Bij identieke namen wordt het aanwezige arbeidsproces bewerkt. Bij gewijzigde
naam wordt het arbeidsproces met identieke waarden gekopieerd en vervolgens be-
werkt.
6. Met de toetsen Links en Rechts selecteren of het arbeidsproces met een wacht-
woord moet worden beveiligd en met OK of functietoets beneden bevestigen.
7. Schroefsituatie selecteren en met functietoets beneden wissen.
8. Wissen met OK of functietoets beneden bevestigen.
9. Schroefsituaties overeenkomstig „Arbeitsablauf erstellen [} Pagina 89]" toevoe-
gen.
SCHROEFSITUATIES
SCHROEFSITUATIES
Nieuwe schroefsituatie
Activeren
SCH1
Bewerken
SCH2
Details
SCH3
SCH4
SCH5
SCHROEFSITUATIES
20-7-2020
16.32
Nieuwe schroefsituatie
SCH1
Schroefsituatie wissen?
SCH2
SCH3
SCH4
SCH5
ARBEIDSPROCES
NAAM ARBEIDSPROCES
Nieuw arbeidsproces
ARB1
A 0 0 0
ARB2
ARB3
ARB4
ARB5
ARBEIDSPROCES
WACHTWOORD
Vrije positie
Vrije positie
Nee
Vrije positie
Vrije positie
Vrije positie
Vrije positie
ARBEIDSPROCES
ARBEIDSPROCES
Nieuw arbeidsproces
Activeren
ARB1
Bewerken
ARB2
Details
ARB3
ARB4
ARB5
www.hoffmann-group.com
de
en
bg
da
fi
fr
it
hr
lt
nl
no
pl
pt
ro
sv
sk
sl
es
cs
hu
89