ELEKTRISCHE BEDRADING
?
O P M E R K I N G
•
Wanneer de netvoedingskabel via de aansluitdoos in reeksen wordt aangesloten, moet u de totale stroomsterkte bepalen en draden kiezen op
basis van de onderstaande tabel.
Keuze volgens EN 60335-1.
•
Gebruik een bedrading die minstens een gelijk gewicht heeft aan een polychloropreen beklede flexibele snoer (code 60245 IEC 57).
•
De bedradingsspecificaties voor zwakstroom-communicatiecircuits mogen niet lager zijn dan die voor RVV(S)P afgeschermde draden of
gelijkwaardige draden, en de afschermingslaag moet geaard zijn.
•
Tussen de netvoeding en de airconditionersunit wordt een schakelaar geïnstalleerd die voor een alpolige uitschakeling kan zorgen, zodat de
afstand tussen de contacten niet minder dan 3 mm is.
•
Als de voedingskabel beschadigd is, moet tijdig contact worden opgenomen met de leverancier of de professionals van de aangewezen
onderhoudsdienst voor reparatie en vervanging.
•
Voor de installatie van de voedingskabel moet de aarddraad langer zijn dan de stroomvoerende geleider.
Stroom i (A)
Kabeldiameter (mm
i ≤ 6
6 < i ≤ 10
10 < i ≤ 16
16 < i ≤ 25
25 < i ≤ 32
32 < i ≤ 40
40 < i ≤ 63
63 < i
)
2
2,5
2,5
2,5
4
6
10
1: Als de stroom hoger is dan 63 A,
16
mogen de kabels niet serieel worden
1
aangesloten
20