De voorpoten van de ezeldriepoot hebben de neiging
zich uit elkaar en naar achteren te bewegen, terwijl
de achterpoot de neiging heeft om vooruit te bewe-
gen.
De achterste poot van een ezeldriepoot moet op de
juiste manier worden vastgezet om alle trek-, druk- en
schuifkrachten te beheersen.
CONFIGURATIE: Ezeldriepoot (met directionele katrol)
GEBRUIKSMODUS: Directioneel frame
Fig. 3e: Wanneer de last wordt uitgeoefend, zal de
kracht die op het directionele frame werkt de neiging
hebben om achterwaarts te bewegen. De voorpoten
van de ezeldriepoot hebben de neiging zich uit elkaar
te bewegen, terwijl de achterpoot de neiging heeft
om naar achteren te bewegen.
20
Step 4a: De steunen beveiligen
Ongeacht de configuratie moeten de steunen van
de Vortex worden vastgezet om alle vormen van
beweging te beheersen. De beveiligingsmethoden en
tuigage moeten bestand zijn tegen alle trek-, druk- en
schuifkrachten die via de poten en het frame op de
steunen worden overgebracht.
De steunen moeten worden geplaatst op en/of
vastgezet aan een oppervlak dat bestand is tegen de
krachten die uitgeoefend worden op het Vortex-fra-
me, zoals vaste grond of stevige structurele onder-
delen. De steunen kunnen op verschillende manieren
worden vastgezet, inclusief maar niet beperkt tot:
1. Samenhouden van de poten met behulp van onaf-
hankelijke spanbanden tussen elk paar poten.
2. Vastklemmen of vastzetten in een natuurlijke of
kunstmatige nis.
3. Vastschroeven op vaste oppervlakken of een
structuur.
3. Vastsjorren aan objecten.
Step 4b: Beveiliging van de kop
De kop van het frame moet worden vastgezet om
weerstand te bieden aan de neiging van beweging.
De kop wordt meestal vastgezet door een combinatie
van poten in compressie, poten onder spanning en
scheerlijnen in spanning.
In sommige gevallen kan de kracht die op een
scheerlijn inwerkt de uitgeoefende kracht van de last
overschrijden. Er moet voor worden gezorgd dat alle
gebruikte onderdelen bestand zijn tegen de krachten
die worden uitgeoefend rekening houdend met de ve-
reiste veiligheidsfactor of een veiligheidsmarge. Het
aantal en de positie van scheerlijnen is afhankelijk
van de Vortex-configuratie en de bedoelde functie.
Voor stappen 4a & 4b:
Spanbanden, sjormateriaal en scheerlijnen worden
niet geleverd met de standaard Vortex-set. Rock Exo-
tica beveelt de volgende criteria aan voor het kiezen
van materiaal voor de scheerlijnen:
1. Lichtgewicht
2. Hoge sterkte
3. Kleine diameter
4. Zeer lage rek
21
Stap 5: Hoeken van scheerlijnen
De hoek van de scheerlijnen en de hoek van de
uitgeoefende kracht zijn de belangrijkste factoren die
worden gebruikt om de krachten te bepalen die op de
scheerlijnen en het Vortex-frame inwerken. Deze kra-
chten kunnen nauwkeurig worden berekend; om de
gebruiker echter in staat te stellen zich snel te laten
verzekeren dat de krachten binnen een aanvaardbaar
bereik bevinden, moeten de volgende vuistregels
®
E X P E R T
(DU) NEDERLANDS
worden gevolgd.
1. De hoek van de scheerlijn mag niet minder zijn dan
30°, idealiter niet minder dan 45°.
45°
30°
2. De hoek van de scheerlijn mag niet minder zijn dan
de hoek van de uitgeoefende kracht
Hoek van de scheerlijn > Hoek van de uitgeoefende
kracht
Waar mogelijk moet de hoek van de scheerlijn hoger
zijn dan 45°. In sommige situaties is dit misschien niet
mogelijk. In geen geval mag de hoek van de sche-
erlijn minder zijn dan 30°. Als aan deze regels wordt
voldaan, zal de kracht op de scheerlijn niet groter zijn
dan de uitgeoefende kracht.
In sommige configuraties kunnen meerdere scheer-
lijnen de Vortex ondersteunen. Het is essentieel dat
de gebruiker op de juiste manier identificeert welke
scheerlijn de neiging van beweging van de Vortex zal
tegenwerken. Het is deze scheerlijn (of scheerlijnvlak
als er meerdere scheerlijnen worden gebruikt) die
moet voldoen aan de scheerlijnregels die in deze
sectie worden beschreven.
De positionering van de onderdelen die in deze sectie
worden beschreven, kan betrekking hebben op de
hoek van een scheerlijnvlak, in plaats van op een
enkele scheerlijn en op een framevlak, dan op een
enkele poot van het frame (zie fig. 5c & 5d).
Fig. 5a: Hoeken van scheerlijn op het ankerframe
Naar de hoek gevormd tussen de uitgeoefende kracht
(AZTEK-katrolsysteem) en de Gin Pole wordt verwe-
zen als de hoek van uitgeoefende kracht. De hoek
van de scheerlijn werkt de hoek van de uitgeoefende
kracht tegen en is de hoek gevormd tussen de Gin
Pole en de scheerlijn.
ZIJAANZICHT
A. ACHTERSTE SCHEERLIJNEN
B. HOEK VAN SCHEERLIJN
- Niet minder dan 30°
- Niet minder dan de hoek van de uitgeoefende kracht
C. HOEK VAN UITGEOEFENDE KRACHT
CONFIGURATIE: Gin Pole
GEBRUIKSMODUS: Ankerframe
22
Fig. 5b: Hoeken van scheerlijnen op directioneel
frame
Voor dit directioneel frame wordt naar de hoek, ge-
vormd tussen de uitgeoefende kracht en de Gin Pole,
verwezen als de hoek van uitgeoefende kracht. De
hoek van de scheerlijn werkt de hoek van de uitgeoe-
fende kracht tegen en is de hoek gevormd tussen de
Gin Pole en de scheerlijn.
CONFIGURATIE: Gin Pole
GEBRUIKSMODUS: Directioneel frame
HOEK VAN SCHEERLIJN
U S E
O N L Y
- Niet minder dan 30°
- Niet minder dan de hoek van de uitgeoefende kracht
ZIJAANZICHT
A. SCHEERLIJNVLAK
Fig. 5c: Het scheerlijnvlak is het vlak tussen twee
willekeurige scheerlijnen, hier weergegeven als het
vlak tussen de achterste scheerlijnen bevestigt aan
een Gin Pole.
Fig. 5d: Het framevlak wordt gemaakt tussen twee
poten van de Vortex, hier getoond als het vlak tussen
de poten van een A-frame.
B. FRAMEVLAK
23
Stap 6: Sterkte en stabiliteit
De sterkte en veiligheid van de Vortex moeten
voorafgaand aan het gebruik worden getest. Dit kan
gebeuren door een testbelasting op het systeem toe
te passen en te controleren of alle onderdelen hun
functie correct uitvoeren.
De Vortex is uitgebreid getest op sterkte in een ge-
controleerde omgeving. De resultaten van de testen
bewijzen dat de Vortex veilig kan worden gebruikt om
personeel in een grote verscheidenheid aan confi-
guraties te ondersteunen. De gebruiker dient uiterste
voorzichtigheid in overweging te nemen als andere
configuraties dan degenen beschreven in deze
handleiding worden gebruikt. Aanvullende specifieke
Vortex-training van een gekwalificeerde instructeur
wordt sterk aanbevolen.
Manieren om de kracht en stabiliteit van de Vortex te
maximaliseren zijn:
- Minimaliseer de hoogte.
- Minimaliseer de lengte van de poten.
- Verbind de buitenpootkoppeling met de Gin Pole-kop
zodat de binnenpoot naar de steun is gericht.
- Vermijd het plaatsen van een binnenpoot in het
midden tussen twee buitenpoten.
- Verbind met het midden van de Gin Pole-juk (oranje)
bij een driepootconfiguratie (zie pagina 8).
- Verbind met het verticale middelste connectiepunt
van de A-frame-kop (blauw) wanneer u een A-frame
gebruikt (zie pagina 8).
- Verbind tegenwerkende scheerlijnen op hetzelfde
punt op de kop om de draaineiging op de kop te
verminderen.
- Gebruik gepaste materialen en methoden voor
spanbanden, sjorbanden en scheerlijnen (zoals
beschreven in de sectie "De steunen beveiligen" en
"De kop vastzetten" op pagina 18).
- Elk paar steunen moet onafhankelijk worden vastge-
zet met spanbanden.
- Zorg voor aanvaardbare hoeken van scheerlijnen en
aanvaardbare hoeken van de uitgeoefende kracht.
- Minimaliseer dwarsspanningen op de poten
door ervoor te zorgen dat de krachten op de poten
voornamelijk axiaal zijn. Zorg dat de pootkoppelingen
op het midden van de overspanning axiaal worden
belast. Sta niet toe dat voorwerpen of constructies
contact maken met het midden van de overspanning
van de poten.
- Selecteer ankers met de gepaste sterkte.
- Plan en selecteer zorgvuldig de meest geschikte
tuigage-apparatuur en -technieken.
ONDERSTEUNINGSSTRUCTUUR / OPPERVLAKTEVE-
REISTEN
De sterktevereiste van de ondersteunende structuur
/ ondersteunend oppervlak varieert afhankelijk van de
gebruiksmodus en toepassing.
ANKERFRAME:
De geselecteerde structuur / het geselecteerd
oppervlak moet een statische belasting kunnen we-
ARIZONA VORTEX
USER'S GUIDE
VORTEX USER MANUAL – 49