Veiligheidsvoorschriften; Voorbereidende Werkzaamheden - Wetrok Sprinter XR 70 Instrucciones De Manejo

Ocultar thumbs Ver también para Sprinter XR 70:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 25
gebruik nemen zonder controle door Wetrok
of door Wetrok geautoriseerd vakkundig per-
soneel.
2.6 Voor de inbedrijfstelling / eerste
inbedrijfstelling
De aflevering, instructie over veiligheids-
voorschriften, onderhoud en de eerste inbe-
drijfstelling verlopen in normale gevallen via
een door Wetrok geautoriseerde vakman.
Als dit niet het geval is, is de exploitant is
voor het instrueren van de gebruikers ver-
antwoordelijk.
Een nieuwe set batterijen presteert pas opti-
maal na ca. 5 – 10 oplaad- en ontlaadcycli.
Een duidelijk kortere gebruiksduur per opla-
ding duidt erop dat de batterijen uitgeput zijn
en moeten worden vervangen.
Risicoloos werken met het apparaat is alleen
mogelijk als u de gebruiksaanwijzing en de
veiligheidsvoorschriften geheel leest en de da-
arin opgenomen aanwijzingen strikt opvolgt.
Veiligheidsvoorschriften over bediening
en onderhoud worden vermeld in de des-
betreffende hoofdstukken en moeten al-
tijd worden opgevolgd!
Volg ook de met pictogrammen op de machi-
ne aangegeven veiligheidsaanwijzingen op.
3. Bediening / gebruikstips
Afhankelijk van model en voorzieningen kan
de uitvoering van uw machine in detail afwij-
ken van de beschreven standaarduitvoering.
Met enkele handelingen kan de borstelbehu-
izing van de XR70 worden vervangen door
de borstelbehuizing van de XR90. De We-
trok-servicedienst geeft u graag advies.

3.1 Veiligheidsvoorschriften

– Controleer de machine voor elk gebruik.
Laat schade alleen verhelpen door een
vakman.
– Voor gebruik moeten de tankbehuizing
(E1) en de tankdeksel gesloten en ver-
grendeld zijn.
– Let bij het werken op andere personen,
vooral op kinderen.
– Draag stevig schoeisel om verwondingen
te voorkomen.
– Voor reiniging en onderhoud van de ma-
chine, verwisselen of demonteren van de
gebruikselementen: rij de machine op
een vlak oppervlak zonder helling en haal
de sleutel uit het hoofdcontactslot.
– Er mogen alleen originele Wetrok- gebru-
ikselementen worden gebruikt.
– De machine mag uitsluitend worden gebru-
ikt op stijgende of dalende hellingen met
een hellingshoek van max. 8 %. Wees voor-
zichtig bij het keren op stijgende/dalende
hellingen: zeer langzaam en voorzichtig rij-
den! Bij het rijden over opritten mag alleen
loodrecht op de helling worden gereden.
– Op een helling/in de lift moet de machine
worden beveiligd tegen onbedoelde bewe-
ging. Trek de sleutel uit het hoofdcontact.
– Voor alle werkzaamheden aan elektri-
sche installaties moet de kabelverbinding
tussen batterijen en machine worden los-
gekoppeld. (noodstopstekker: G1/H1)
3.2 Gebruiksbeperkingen
De machine mag niet worden gebruikt bij
temperaturen onder 1°C en boven 45°C. De
watertemperatuur mag niet hoger zijn dan
50°C.
Er mogen geen schuimende of bijtende rei-
nigingsmiddelen of brandbare oplosmidde-
len worden gebruikt. Gebruik alleen water en
voor het schoonmaken met machines ge-
schikte reinigingsmiddelen.

3.3 Voorbereidende werkzaamheden

Grove vuildelen en papier vooraf van de te
reinigen vloer verwijderen.
Attentie: de machine kan grove deeltjes als
kiezel en houtsplinters opnemen. Let er ech-
ter op, dat kwetsbare vloeren eerst worden
geveegd of nat worden afgenomen, omdat
er anders krassporen kunnen ontstaan.
3.4 Afstellen, instellen
Reinigingsmiddelen en gebruikselementen
zijn afhankelijk van het vloertype en de ver-
vuilingsgraad daarvan. Houd rekening met
de dosering!
Basisreiniging of sterke vervuiling
Wetrok Indunet of Rewit.
Dosering volgens etiket.
Egale vloeren: meeneemschjif met Wetrok
Polypad (zwart of groen).
Ruwe vloeren (bijv. natuursteen): Schrobbor-
stels Union of supernylon.
Dagelijkse reiniging:
Wetrok Exal S of Resal. Dosering volgens
etiket.
meeneemschjif en groene of rode Polypad,
evt. Schrobborstels Union of supernylon.
Gebruikselementen demonteren/inzetten:
– Er mogen alleen originele Wetrok-gebru-
ikselementen worden gebruikt.
– Borstels loskoppelen: toets (P16) op het
bedieningspaneel indrukken. Er wordt
een animatie op het display getoond.
– Oude gebruikselementen verwijderen.
– Nieuwe gebruikselementen met de hand
op vloer onder de borstelbehuizing (A2)
voorpositioneren. Bij gebruik van pads
deze van tevoren op de meeneemschjif
bevestigen.
– Borstels of padaandrijfschijven met pads
aankoppelen. Toets (P17) op het bedie-
ningspaneel indrukken. Er wordt een an-
imatie op het display getoond.
Voorzichtig bij kwetsbare Vloersoorten.
Vullen met schoon water / reinigings-
middelen:
– Tankdeksel omhoog klappen.
– Schoonwatertank (F5) vullen met water.
_ Gewenst reinigingsmiddel toevoegen in
de gewenste dosering. Dosering beslist
aanhouden! De hulpmarkeringen bij het
tankmembraan helpen u daarbij.
– Tankdeksel sluiten.
Instellen van de zuigmond
Het ideale resultaat is afhankelijk van de ge-
bruikte zuigstrips, de borsteldruk en de in-
stellingen. De instelhoek (B1) en de hoog-
teverstelling (B3) zo instellen dat er een op-
timaal zuigeffect wordt bereikt.
3.5 Bedienen / inbedrijfstelling van
de machine
Controleren:
– Noodstopstekker (G1) ingestoken en in
functie (kabel van de lader verwijderd).
– Zitpositie controleren. Overtuig u er na
het instellen van de zitting van dat de be-
stuurdersstoel is vergrendeld.
Wegrijden
– Stel de rijrichting in (P6/P7):
LED voor rijrichting vooruit brandt = voo-
ruit rijden
LED voor rijrichting achteruit brandt =
achteruit rijden
– Snelheid maximaal of gereduceerd kie-
zen. Toets P14 of P15 op het bedienings-
paneel indrukken.
– Rijpedaal (A5) activeren.
VOORZICHTIG: De snelheid aanpassen
aan het vloertype, de omgeving en de vervu-
iling (zie besturing)!
Met de Go/Stop-toets worden alle functie
gestart door het indrukken van een toets
(borstels, watertoevoer en afzuiging)
AANWIJZINGEN:
– Bij het (opnieuw) inschakelen met de
hoofdcontactsleutel (G2) gaat de machi-
ne automatisch naar de nulstand voordat
het ingeven van nieuwe opdrachten mo-
gelijk is (borstels en zuigmond in hoogste
eindpositie en alle motoren uitgescha-
keld). Als «Go» op het display verschijnt,
is de machine klaar voor gebruik.
– Bij uitschakeling heeft de machine een
korte tijd nodig om de besturing geheel uit
te schakelen. Wacht daarom een paar se-
conden voor u hem opnieuw inschakelt.
– Als hij niet wordt gebruikt, wordt de ma-
chine door de «Power-Down»-functie na
enige tijd vanzelf uitgeschakeld om de
batterijen te sparen.
– Als de machine langer buiten gebruik is:
noodstopstekker lostrekken.
– Als de laadindicatie van de batterijen (P1)
bij het inschakelen van de machine niet
op «halfvol» of «vol» staat moeten de
batterijen voor het gebruik van de machi-
ne worden opgeladen (zie hoofdstuk La-
dingscontrole batterijen).
– Borstelbehuizing (A2) wordt door het
drukken op de toets «Go» neergelaten.
Watertoevoer, draaien van de borstels en
afzuiging starten (zie ook hoofdstuk Bor-
stelinstelling).
– Bij stilstaande machine daalt de borstel-
behuizing (A2) slechts tot de wachtpositie
(1 sec. voor vloercontact). Pas bij rijbewe-
ging van de machine (vooruit of achteruit)
daalt hij verder naar de gebruikspositie
(zie hoofdstuk Neerlaten van de bor-
stels).
– Als de machine 2 sec. op één plaats blijft
staan wordt de borstelbehuizing (A2)
automatisch opgetild naar de wachtposi-
NL
39

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Sprinter xr 90Sprinter xr 70 twinturboSprinter xr 90 twinturbo

Tabla de contenido