Doseerhevel (7) zo lang bedienen tot een lichte weerstand merkbaar
wordt. De zuigerstang heeft dan contact met de stop van de cilinderam-
pul en fixeert de cilinderampul in het kopgedeelte.
Wegwerpcanule in het aanzestuk van de canule invoeren en open
schroeven. Wij adviseren het gebruik van SOPIRA Carpule canules in
de groottes 0,3 x 12 mm c. q. 0,3 x 16 mm het korte polijstvlakje zoals
voor deze anesthesiemethode noodzakelijk.
Doseerhevel zolang bedienen tot het anestheticum bij de punt van de
naald naar buiten komt. De injectiespuit is klaar voor het gebruikt.
3. Gebruik van de SOPIRA Citoject injectiespuit
Door de doseerhevel 1 maal omlaag te drukken wordt er 0,06 ml anes-
theticum toegediend. Per tandwortel wordt normaal gesproken 0,15–
0,20 ml geïnjecteerd, d. w. z. 3 maal de doseerhevel ingedrukt.
Bij tanden met meerdere wortels is een overeenkomstig grote hoeveel-
heid anestheticum nodig.
4. Uitvoering van de intraligamentale anesthesie
De intraligamentaire anesthesie maakt een direkte en volledige anesthe-
sie van een afzonderlijke tand mogelijk.
Een hevelbediening moet gedurende ca. 7 seconden gebeuren, d. w. z.
voor 0,18 ml per wortel = 3 maal indrukken = 21 seconden.
De anesthesie is in het algemeen 30 seconden na de beëindiging van
de injectie al volledig werkzaam. De behandeling kan meteen beginnen.
De volgende werkwijze wordt aanbevolen:
• In contact met de tand wordt de punt van de
canule langs de tandas approximaal 1–2 mm in
de paradontale spleet ingebracht.
• De canule is correct geplaatst wanneer bij de
injectie een duidelijke weerstand voelbaar is
• Deze weerstand moet in stand worden gehou-
den om het binnendringen van het anestheticum
tot aan de apex te bereiken.
• Langzaam en gelijkmatig injecteren.
27